3.1.In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten:
- Enexis is een regionaal netbeheerder in de zin van artikel 1 lid 1 sub k van de Elektriciteitswet 1998. Zij verzorgt de aanleg, het onderhoud en het beheer van transport- en distributienetten voor elektriciteit in grote delen van Nederland, onder meer in [plaats] .
- [appellant] was huurder en bewoner van de woning op het adres [adres] te [plaats] (hierna: de woning).
- Op 15 februari 2013 heeft de politie in de woning een op dat moment in gebruik zijnde hennepkwekerij aangetroffen. In de woning waren op zolder twee ruimten ingericht voor het telen van hennepplanten en er was sprake van een illegale aftakking op de aansluitkabel vóór de kWh-meter. Hierdoor werd de afgenomen elektriciteit niet op de teller van de kWh-meter geregistreerd.
- Een fraudemedewerker van Enexis heeft aangifte gedaan van diefstal van energie.
- Het proces-verbaal verhoor verdachte van 15 februari 2013 (productie 1 bij inleidende dagvaarding) maakt melding van de volgende verklaring van [appellant] tegenover de politie:
‘(…) Ik woon op de [adres] te [plaats] , ik woon daar alleen. (…).
Ik werk bij de Ergon in [vestigingsplaats] . (…). De Ergon is speciaal voor mensen die moeilijk in de maatschappij aan het werk komen. Ik werk bij de Ergon omdat ik lang na moet denken. (…).
U vraagt mij of ik de vragen die u mij stelt goed begrijp, dit is geen probleem voor mij.
De hennepkwekerij staat er om iets bij te verdienen. Wij krijgen regelmatig op zaterdag strafmedewerkers, dit zijn mensen met een taakstraf. Via deze mensen kwam ik in contact met de hennep.
Een van die medewerkers is toen bij mij geweest. Hij vertelde mij dat hij best iets met die twee kamertjes kon. Deze medewerker was iemand die bij mij als strafmedewerker heeft gewerkt.
Ik heb voor de laatste oogst tweeduizend euro gekregen.
Naar mijn idee waren het professionele mensen. Ze hadden een sleutel van het huis en kwamen altijd als ik er niet was. De mensen hebben mij altijd goed behandelt.
Hun onderhielden de kwekerij helemaal zelf, ik hoefde niets te doen.
De kwekerij is na Pasen 2011 opgebouwd. Dit heb ik herinnerd omdat ze de dinsdag na Pasen zijn begonnen met bouwen.
U vertelt mij dat er al verdenking is vanaf 2007.
Dit kan nooit. Ik weet niet precies hoe vaak er geoogst is, maar ik schat ongeveer zeven tot acht keer. (…).
Ik heb een keer tweeduizendvijfhonderd euro gekregen en de rest tweeduizend euro.
U vertelt mij dat ik ongeveer vijftienduizend euro verdient moet hebben.
Dat kan, ik heb al mijn geld weggegeven. Zowel aan mijn vrienden als aan mijn familie. Ik denk dat ik bijna al het geld naar Cuba heb overgemaakt, er is daar veel armoede. Ik heb het daar ook een beetje voor gedaan. (…).
Als er geoogst werd zat ik meestal achter mijn computer. Ik heb ze daar niet mee geholpen. (…).
Ze hielden mij overal totaal buiten, ik ben altijd netjes behandelt. Ik schat zelf in dat ik niks kon maken, zo’n types waren die mannen wel.(…).
Ik denk dat ze altijd met de auto naar mij toe kwamen. Ik had verder weinig contact met hen. Ik moest af en toe kijken of de overschakeling goed was, als dit niet zo was dan moest ik ze bellen. Het nummer wisselde steeds. Ik moest dan de voicemail inspreken.(…).
U vertelt mij dat de stroom van de hennepkwekerij illegaal is afgetapt.
Ik heb er geen verstand van ik weet dat niet. (…).’
- In het door de politie opgemaakte ‘Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij’ van 27 maart 2013 (productie 2 bij inleidende dagvaarding) staat onder meer vermeld dat 174 hennepplanten werden aangetroffen in kweekruimte 1 en 246 hennepplanten in kweekruimte 2. Rekening houdend met een gemiddelde kweekcyclus van tien weken per oogst wordt in het rapport uitgegaan van 7 al eerder gerealiseerde oogsten. Het rapport vermeldt dat voor dit aantal eerdere oogstenaanwijzingen zijn gevonden in hennepresten, kalkafzetting, stof op koolstoffilters, stof op voorwerpen zoals de kappen van de armaturen van de assimilatielampen en het stoffilter van de koolstofcilinder, potgrond/wortelresten en schriftelijke bescheiden zoals een brief met daarop een aantal data vermeld tussen 20 juni 2006 en 15 februari 2013, een krant, gedateerd op 19 november 2011 en in de verklaring van [appellant] .
- De politie heeft het wederrechtelijk voordeel op basis van 7 oogsten in beide kweekruimtes berekend op € 233.202,48 netto. Voor deze berekening is gebruik gemaakt van het rapport ‘Wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij bij binnenteelt onder kunstlicht’ van het Bureau Ontnemingswetgeving Openbaar Ministerie van april 2005, herzien in november 2010.
- Om strafvervolging voor de politierechter te voorkomen heeft [appellant] op een taakstrafzitting ingestemd met het verrichten van een taakstraf van 50 uur.
3.2.1.Enexis heeft in eerste aanleg gevorderd [appellant] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 12.261,10, bestaande uit een bedrag van € 11.020,41 ter zake van berekend niet geregistreerd elektriciteitsverbruik en een bedrag van € 1.240,69 aan capaciteitstarief, administratie-, afsluitings- en onderzoekskosten, te vermeerderen met wettelijke rente en kosten. Enexis heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd dat in de woning hennep is gekweekt waarbij illegaal elektriciteit is afgetapt en dat [appellant] voor de als gevolg hiervan door Enexis geleden schade aansprakelijk is. Enexis heeft deze aansprakelijkheid primair gebaseerd op een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de tussen partijen gesloten overeenkomst tot het ter beschikking stellen van een elektriciteitsaansluiting, het transporteren van elektriciteit en het ter beschikking stellen van meetapparatuur en subsidiair op onrechtmatige daad.
3.2.2.[appellant] heeft hiertegen verweer gevoerd.
3.2.3.Bij vonnis waarvan beroep heeft de kantonrechter [appellant] veroordeeld tot betaling aan Enexis van een bedrag van € 12.261,00, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 15 februari 2013 tot aan de dag van voldoening, en [appellant] veroordeeld in de proceskosten. De kantonrechter heeft daartoe, kort samengevat, overwogen dat [appellant] de door Enexis gestelde overeenkomst tussen partijen niet heeft weersproken, zodat het bestaan daarvan is komen vast te staan, en dat tussen partijen niet langer in geschil is dat [appellant] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de tussen partijen bestaande aansluit- en transportovereenkomst, nu [appellant] ter zitting erkend heeft dat sprake is van diefstal van stroom als gevolg waarvan Enexis schade heeft geleden. De kantonrechter heeft ten aanzien van de omvang van de schade overwogen dat [appellant] tegenover de door Enexis gemotiveerd berekende omvang van de elektriciteitsdiefstal onvoldoende feiten en omstandigheden heeft gesteld waaruit blijkt dat van een andere berekening moet worden uitgegaan.