Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de vader, bijgestaan door mr. A.H. van Gerwen, waarnemend voor mr. Vinke;
- de vader, bijgestaan door mr. Poort-van der Meeren;
- de raad, vertegenwoordigd door de heer [vertegenwoordiger van de raad] .
3.De beoordeling
Het is het hof uit het gesprek met [minderjarige] voorts gebleken dat zij er last van heeft dat de ouders ruzie maken bij de overdracht en de familie van de vader zich daarin mengt.
Ook voor de moeder is een belangrijke rol weggelegd in het zo ontspannen mogelijk laten verlopen van de overdracht van [minderjarige] en haar verblijf bij de vader. Om die reden dienen confrontaties te worden voorkomen, zeker in het bijzijn van [minderjarige] . Bovendien acht het hof het van belang dat de moeder [minderjarige] naar de vader blijft brengen. Het hof ziet, anders dan de moeder, geen, althans onvoldoende praktische bezwaren om de door de rechtbank vastgestelde haal- en brengregeling te handhaven.
Aangezien de vader begin 2018 al met [minderjarige] op wintersport is gegaan en de vader de wens heeft in het vervolg in de voorjaarsvakantie met [minderjarige] op wintersport te gaan, oordeelt het hof dat [minderjarige] in de even jaren in de voorjaarsvakantie bij de moeder verblijft en in de oneven jaren in de voorjaarsvakantie bij de vader verblijft.
- Eerste en tweede kerstdag, alsmede oudejaarsdag en nieuwjaarsdag vallen altijd in de kerstvakantie. [minderjarige] verblijft op die feestdagen bij de ouder bij wie zij op grond van de vakantieregeling op dat moment verblijft. Daarvoor is derhalve geen aparte regeling nodig.
- Hemelvaartsdag valt soms in een vakantie. [minderjarige] verblijft in dat geval op die feestdag bij de ouder bij wie zij op grond van de vakantieregeling op dat moment verblijft. Indien en voor zover Hemelvaartsdag niet in een vakantie valt, acht het hof het redelijk om te bepalen dat [minderjarige] op die dag in de even jaren bij de vader verblijft en in de oneven jaren bij de moeder.
- Als Koningsdag valt op een dag in het weekend, dan brengt [minderjarige] die dag door bij de ouder bij wie zij volgens de weekendregeling verblijft.
4.De beslissing
- [minderjarige] verblijft één dag in de twee weken (in overleg zaterdag of zondag) bij de vader van ’s ochtends 09.30 uur tot ’s avonds 18.00 uur;
- daarnaast geldt een verdeling van de vakanties en feestdagen, conform hetgeen het hof hiervoor onder 3.9.6, 3.9.8 en 3.9.9. heeft overwogen;