De bewindvoerder heeft in haar brief - zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd. De advocaat van [appellante] stelt dat in verband met psychische klachten op [appellante] de Ziektewet van toepassing is, terwijl [appellante] daarover zelf niet heeft gesproken. Besproken is "slechts" dat er sprake is van lichamelijke beperkingen waarvoor zij ook behandeld wordt.
Met betrekking tot de achterstallige boedelafdracht van € 1.380,29 was al geruime tijd afgesproken dat de moeder van mevrouw [appellante] die eind september 2017 zou voldoen. [appellante] heeft niet eerder aangegeven dat werd teruggekomen op die afspraak. In plaats daarvan is in oktober 2017 een bedrag van € 250,00 betaald en in november € 100,00, zodat de boedelachterstand thans nog € 930,29 bedraagt. Indien de gegevens juist zijn, dan is er vanaf juli 2017 geen sprake meer van enige afloscapaciteit. Naar de mening van de bewindvoerder is niet alleen het feit dat de achterstand is ontstaan een probleem, maar juist het feit dat de daarover gemaakte afspraken niet zijn nagekomen. [appellante] geeft weliswaar een verklaring voor het feit dat zij geld heeft weggenomen uit de kassa en ten onrechte korting heeft verstrekt, maar feit blijft dat één en ander voor haar werkgever wel reden was om haar op staande voet te ontslaan. De werkgever had kennelijk geen vertrouwen meer in [appellante] , datzelfde geldt voor de bewindvoerder. Niet geheel duidelijk is wie de gedupeerden van de handel via Marktplaats inmiddels heeft betaald. Wel geeft [appellante] toe dat zij een andere naam en een onjuiste voorstelling van zaken heeft gegeven. Overigens wordt vermeld dat [appellante] , of zij nu wel of niet heeft geleverd, de bewindvoerder van haar handel en daarmee van haar verdiensten op de hoogte had moeten stellen. Bij aanvang van de schuldsanering heeft [appellante] aangegeven dat budgetbeheer niet langer nodig was. Door de heer [toenmalige beschermingsbewindvoerder] zou dat beheer reeds zijn beëindigd. Omdat de bewindvoerder [appellante] gewezen heeft op haar belang om in elk geval haar budget te laten beheren, heeft zij zich gemeld bij Budget4Innovation. Of het budget inmiddels daadwerkelijk wordt beheerd is niet bekend, maar kennelijk zou [appellante] zich thans wenden tot een beschermingsbewindvoerder. Waarom daarover pas in het kader van het hoger beroep geïnformeerd wordt is de bewindvoerder niet duidelijk. De symptomen van de ziekte van [appellante] zouden niet van dien aard zijn dat die niet verenigbaar zouden zijn met de uit de schuldsanering voortvloeiende verplichtingen. Wel zouden die symptomen de handelwijze van [appellante] verklaren, welke handelwijze heeft geleid tot het gebrek aan vertrouwen. Ook al is [appellante] doorverwezen naar Indigo, dan houdt een behandeling nog niet in dat de problemen daarmee opgelost zijn. Er zijn opnieuw vele contacten geweest met [appellante] , maar er wordt nog altijd niet volledig aan de informatieplicht voldaan. Met betrekking tot de nieuwe schulden heeft [appellante] medegedeeld dat die zijn ontstaan doordat zij telkens achteraf betaalt, dus dat die inmiddels zijn voldaan. Volgens telefonisch informatie van 19 december 2017 blijkt er echter nog sprake van de volgende nieuwe schulden: CZ: € 785,58, [Advocaten] Advocaten: € 143,00, Eneco: € 780,00, Fitland: € 114,95, Fit for Free [vestigingsnaam] :
€ 158,35, H&M: € 145,60, Infomedics Factoring BV: € 20,08, SNS Bank: een kleine (onbekende) roodstand en Zalando: € 143,03.