ECLI:NL:GHSHE:2018:1010
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging van de uithuisplaatsing van minderjarigen in het kader van de Jeugdwet
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 8 maart 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de uithuisplaatsing van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De moeder, appellante, verzocht om vernietiging van de beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 25 augustus 2017, waarin een machtiging tot uithuisplaatsing was verleend. De moeder stelde dat de thuissituatie inmiddels veilig en stabiel was, en dat er geen noodzaak meer was voor uithuisplaatsing. De GI, William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, verzocht het hoger beroep af te wijzen, en benadrukte dat de kinderen kwetsbaar zijn en dat de uithuisplaatsing noodzakelijk blijft voor hun veiligheid en ontwikkeling.
Tijdens de mondelinge behandeling op 13 februari 2018 zijn zowel de moeder als de GI gehoord, evenals de vader en een informant van stichting De Noodkreet. Het hof heeft vastgesteld dat de kinderen sinds 26 augustus 2016 onder toezicht staan van de GI en dat er zorgen zijn over hun welzijn. De ouders hebben in het verleden te maken gehad met wisselingen in jeugdzorgwerkers, maar de samenwerking met de GI is inmiddels verbeterd. De kinderen zijn uithuisgeplaatst, maar er wordt gewerkt aan een terugplaatsing naar de ouders, mits de veiligheid en stabiliteit gewaarborgd zijn.
Het hof heeft overwogen dat de gronden voor de uithuisplaatsing ten tijde van de bestreden beschikking aanwezig waren en dat deze ook nu nog bestaan. De thuissituatie is nog niet veilig, aangezien de vader nog niet zijn agressie-regulatietherapie heeft afgerond. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bekrachtigd, waarbij het belang van de kinderen voorop staat. De GI kan de uithuisplaatsing beëindigen indien deze niet langer noodzakelijk is, maar op dit moment is het in het belang van de kinderen om in hun huidige verblijfssituatie te blijven.