Uitspraak
5.Het verloop van de procedure
- de tussenbeschikking van 2 februari 2017;
- het door mr. Van Meurs ingediendeV4-formulier, ingekomen ter griffie op 22 februari 2017;
- de faxbrief van mr. Van Meurs, ingekomen ter griffie op 22 februari 2017.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Op 9 maart 2017 heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende de transitievergoeding en de uitsluiting van AOW-gerechtigden van dit recht. De zaak betreft een appellant die in hoger beroep ging tegen de besloten vennootschap Dairy Industry B.V. De appellant, vertegenwoordigd door mr. B. van Meurs, had eerder een beschikking van de rechtbank Limburg aangevochten. In een tussenbeschikking van 2 februari 2017 had het hof de verweerster opgedragen om stukken van haar arbodienst in het geding te brengen en had het partijen de gelegenheid gegeven om zich uit te laten over voorgestelde vragen met betrekking tot leeftijdsdiscriminatie. De appellant stelde dat de uitsluiting van AOW-gerechtigden van de transitievergoeding een verboden onderscheid naar leeftijd oplevert, wat aanleiding gaf tot het voornemen van het hof om prejudiciële vragen te stellen aan de Hoge Raad.
Echter, op 22 februari 2017 heeft de advocaat van de appellant meegedeeld dat partijen tot een minnelijke regeling waren gekomen en dat het hoger beroep werd ingetrokken. Dit leidde ertoe dat het hof op processuele gronden niet meer toekwam aan een inhoudelijke beoordeling van de zaak. Het hof heeft de appellant niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep en de proceskosten gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 9 maart 2017.