Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
kanbeëindigen op voordracht van de rechter-commissaris. In artikel 350 lid 1 Fw staat dus uitdrukkelijk niet bepaald dat de schuldsaneringsregeling tussentijds moet worden beëindigd. Een dergelijke uitleg past volgens [appellante] ook niet bij het uitgangspunt van de schuldsaneringsregeling. Het uitgangspunt en het doel van de schuldsaneringsregeling is dat een schuldenaar bevrijd kan worden van zijn schuldenlast, doordat crediteuren hun vorderingen niet langer kunnen afdwingen. Een redelijke wetsuitleg is volgens [appellante] ook niet dat in deze zaak saniet feitelijk wordt gestraft voor de omstandigheid dat zij substantiële gelden heeft gespaard en hard heeft gewerkt tijdens de schuldsaneringsregeling, zodat de enige geverifieerde schuld integraal kon worden betaald, opdat vervolgens de andere schuldeiser, die zich niet heeft gemeld in de onderhavige schuldsaneringsregeling, alsnog verhaal kan halen op saniet en saniet feitelijk niet van haar schulden afkomt en de schuldproblematiek dus in stand blijft.
moetbeëindigen als zich één of meer van de in dit artikellid opgesomde limitatieve beëindigingsgronden voordoen (“een beëindiging bedoeld in het eerste lid geschiedt indien” ) of dat de rechter dan tussentijds
kanbeëindigen gelet op de redactie van het eerste lid van artikel 350 Fw (“De rechtbank kan de toepassing van de schuldsaneringsregeling beëindigen”).