3.1.De rechtbank heeft onder 2 van het vonnis waarvan beroep vastgesteld welke feiten tussen partijen vaststaan. Tegen deze vaststelling zijn geen grieven aangevoerd zodat de vastgestelde feiten ook het hof tot uitgangspunt zullen dienen. De door de rechtbank vastgestelde feiten zijn de volgende (waarbij partij [appellanten c.s.] is aangeduid als [appellant] en partij [geïntimeerden c.s.] als [geïntimeerde 1] ).
2.1.
[geïntimeerde 1] hebben het registergoed gelegen aan de [adres] te [plaats] sinds 1973 bewoond. Het registergoed betreft een zogenaamde middelgrote Midden-Limburgse hoeve, dateert van 1750 en heeft meer dan 200 jaar een agrarische bestemming gehad. De diverse gedeelten van het registergoed worden aangeduid met respectievelijk de Hoeve, het Koetshuis en het Koetsiershuisje.
2.2.
[geïntimeerde 1] hebben het registergoed in 1974 en in 1997 ingrijpend verbouwd.
2.3.
In 2008 hebben [geïntimeerde 1] het registergoed te koop aangeboden. [appellant] hebben naar aanleiding daarvan interesse in aankoop getoond. In de presentatiebrochure van 2008, die [appellant] hebben gekregen, staat vermeld:
Hoeve de Peelkamp is een unieke prachtig gerestaureerde (…) hoeve (…)
Indeling: Hoeve gedeelte. Begane grond: (…) Rustieke woonkamer (…). Perfect geïsoleerd en met vloerverwarming. (…) Overal in de hoeve is CV verwarming maar alle oude schoorstenen zijn intact gelaten waardoor een ideale mix van sfeer en energiegebruik is gerealiseerd.(…)
Indeling: Koetshuis. Begane grond. (…) Het Koetshuis is zeer goed geïsoleerd en voorzien van een uniek samenspel van verwarmingssystemen (…).
2.4.
[geïntimeerde 1] heeft een door hen ingevulde “Vragenlijst voor de verkoop van een woning” aan [appellant] gegeven. Daarin is vermeld:
“Zijn er voor zover u bekend in het pand en/of in een bijgebouw (…) Eternietplaten, asbestplaten of ander asbesthoudenmateriaal aangebracht?
Eterniet. Het dak van het Koetshuis is in 1973 geheel vernieuwd. Het dakbeschot bevat Eterniet. Het woonhuis (2/3 van het gebouw) heeft een houten beschot.”.
2.5.
[appellant] hebben het registergoed tweemaal bezichtigd. Tevens hebben [appellant] op 10 oktober 2008 een inspectie laten uitvoeren door bouwkundig adviesbureau Perfectbouw B.V., van welke inspectie op 16 oktober 2008 een rapport is opgemaakt. Het rapport bevat een programma van eisen en aanbevelingen.
2.6.
[geïntimeerde 1] hebben op 29 oktober 2008 een rapport laten uitbrengen door Protekta omtrent de door Perfectbouw beweerdelijk aanwezige hout aantastende insecten, houtrot en schimmels. De aangetroffen plekken houtrot zijn door Protekta in 2009 gerepareerd. Verder werden geen houtrot, levende insecten of schimmels aangetroffen.
2.7.
Naar aanleiding van het rapport van Perfectbouw en – naderhand – Protekta is er tussen [appellant] en de verkopend makelaar een uitgebreide e-mailwisseling geweest, waarbij [appellant] allerlei eisen ten aanzien van de bevindingen door Perfectbouw hebben gesteld. In hun e-mail van 19 oktober – zoals geciteerd in de conclusie van antwoord – sommen [appellant] een 15-tal gebreken op die zij op kosten van de verkoper hersteld willen zien, stellende dat “
De door de verkoper geuitte claim uitstekend onderhouden aantoonbaar wordt weerlegd door onderstaande gebreken zoals vastgesteld in het bouwkundig onderzoek d.d. 10-10-2008.”. Deze e-mailwisseling heeft er uiteindelijk toe geleid dat [appellant] op
1 november 2008 van de koop hebben afgezien.
2.8.
Naar aanleiding hiervan hebben [geïntimeerde 1] het registergoed uit de verkoop gehaald met als doel de woning aan te passen en een aantal gebreken zoals geconstateerd door Perfectbouw, aan te pakken. [geïntimeerde 1] hebben daartoe in ieder geval een viertal ramen laten vervangen, schilderwerkzaamheden en werkzaamheden aan het dak laten verrichten.
2.9.
In oktober 2009 zijn partijen op initiatief van [appellant] wederom onderhandelingen tot verkoop begonnen nadat [geïntimeerde 1] het registergoed opnieuw in de verkoop had geplaatst. De e-mail waarmee [appellant] zich tot de verkopend makelaar hebben gewend luidt als volgt;
”Uiteindelijk komen we weer uit bij onze eerste liefde, het prachtige huis aan de [adres] te [plaats] . Graag willen we dan ook weer een bieding uitbrengen. (…) Bieding: (…). De discussie zoals tussen ons gevoerd in oktober 2008 over de bouwkundige staat t.a.v. de houtaantastende insecten wordt niet meer herhaald; er wordt geen nieuw bouwkundig onderzoek aangevraagd.”.
2.10.
In het kader van de hernieuwde verkoop is een nieuwe presentatiebrochure gemaakt, welke aan [appellant] is overhandigd. Deze brochure is vrijwel identiek aan die uit 2008. Toegevoegd is alleen de zin “Compleet buitenschilderwerk in 2009.” alsmede de volgende bepalingen:
“Verantwoording: Hoewel de grootst mogelijke zorgvuldigheid bij de samenstelling van deze brochure is betracht, aanvaarden wij geen aansprakelijkheid voor de juistheid van de vermelde gegevens. (…) Voorbehoud: Hoewel er gestreefd wordt naar een zo nauwkeurig mogelijke inventarisatie van de beschikbare gegevens, moet er van uitgegaan worden dat de brochure slechts indicatief is. (…) De koper heeft zijn eigen onderzoeksplicht naar alle zaken die voor hem van belang zijn en kan zich nimmer beroepen op onbekendheid met feiten die hij zelf kan kunnen waarnemen of die kenbaar waren uit de openbare registers (…)”. Tevens is onder aan elke pagina vermeld: ”Onze presentatiebrochures en advertenties worden met grote zorgvuldigheid vervaardigd. Aan eventuele afwijkingen op de gegeven informatie kunnen geen rechten worden ontleend.”.
2.11.
[appellant] hebben het registergoed in 2009 en 2010 driemaal bezichtigd.
2.12.
Op 17 oktober 2009 hebben partijen een koopovereenkomst gesloten, waarbij [appellant] het registergoed van [geïntimeerde 1] kochten voor een koopprijs van € 695.000,-. In de koopakte staat vermeld:
“5.3 De onroerende zaak zal bij de eigendomsoverdracht de feitelijke eigenschappen bezitten die nodig zijn voor een normaal gebruik als: woonhuis. (…) Verkoper staat niet in voor andere eigenschappen dan die voor een normaal gebruik nodig zijn. Verkoper staat ook niet in voor de afwezigheid van gebreken die dat normale gebruik belemmeren en die aan koper kenbaar zijn op het moment van het tot stand komen van deze koopovereenkomst.
5.4.3.
Aan de verkoper is bekend of in de onroerende zaak asbest is verwerkt. Het dak van het Koetshuis bestaat uit eternit-platen, deze kunnen asbest bevatten.
5.4.3.1. Asbestclausule
In de onroerende zaak kunnen asbesthoudende stoffen aanwezig zijn. Bij eventuele verwijdering van asbesthoudende materialen dienen op grond van milieuwetgeving speciale maatregelen te worden genomen. Koper verklaart hiermee bekend te zijn en vrijwaart verkoper voor alle aansprakelijkheid die uit de aanwezigheid van enig asbest in de woning voortvloeit.
(…)
Artikel 19 Ouderdomsclausule
Koper verklaart ermee bekend te zijn dat deze woning meer dan 50 jaar oud is, wat betekent dat de eisen die aan de bouw kwaliteit gesteld mogen worden aanzienlijk lager liggen dan bij nieuwe woningen. Tenzij de verkoper de kwaliteit ervan gegarandeerd heeft, staat de verkoper niet in voor de vloeren, leidingen, elektriciteit, water en gas, riolering en de afwezigheid van doorslaand en optrekkend vocht. Bouwkundige kwaliteitsgebreken worden geacht niet belemmerend te werken op het in artikel 5.3 omschreven woongebruik.”.
2.13.
Op 3 mei 2010 heeft de levering van het registergoed plaatsgevonden. In de transportakte staat vermeld:
“Artikel 6
(…)
2. Aan de koper is bekend dat in het verkochte asbest is verwerkt, te weten in het dak van het koetshuis (eternit-platen). Bij eventuele verwijdering van asbesthoudende materialen dienen op grond van milieuwetgeving speciale maatregelen te worden genomen. Koper verklaart hiermede bekend te zijn en vrijwaart verkoper voor alle aansprakelijkheid die uit de aanwezigheid van enig asbest in het verkochte kan voortvloeien.
(…)
5. Koper verklaart ermee bekend te zijn dat de woning meer dan vijftig jaar oud is, wat betekent dat de eisen die aan de bouwkwaliteit gesteld mogen worden, aanzienlijk lager liggen dan bij nieuwe woningen. De verkoper staat niet in voor de vloeren, leidingen, elektriciteit, water en gas, riolering en de afwezigheid van doorslaand en optrekkend vocht. Bouwkundige kwaliteitsgebreken worden geacht niet belemmerend te werken op het woongebruik.”.