Uitspraak
5.De beschikking d.d. 23 juni 2016
- partijen verwezen naar de Mutsaersstichting voor het traject Begeleide Omgangsregeling (BOR), met daarbij ook begeleiding van het ouderschap;
- bepaald dat de omgangsregeling tussen de vader en [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2010 te [geboorteplaats] , (hierna: [minderjarige] ) voorlopig, totdat daarover nader wordt beslist, zal plaatsvinden onder begeleiding van de Mutsaersstichting (BOR-traject), waarbij de invulling wordt overgelaten aan de Mutsaersstichting;
“Nu beide partijen zich bereid hebben verklaard nogmaals onder professionele begeleiding bij de Mutsaersstichting het traject Begeleide Omgangsregeling (BOR) in te gaan teneinde het contact tussen de vader en [minderjarige] te bewerkstellingen en de onderlinge verhouding tussen de ouders te verbeteren, zal het hof de beslissing inzake de verzoeken van de vader ten aanzien van de omgang met [minderjarige] en het gezamenlijk ouderlijk gezag aanhouden tot pro forma 8 december 2016, in afwachting van de uitkomst van het BOR-traject.”
6.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
- de vader, bijgestaan door mr. Verstraten;
- de moeder, bijgestaan door mr. Handring;
- de raad, vertegenwoordigd door mevrouw [vertegenwoordiger van de raad] .
- het V-formulier d.d. 21 februari 2017 van mr. Handring dat zij de zaak overneemt van mr. Van der Linden;
- de brief van de Mutsaersstichting d.d. 9 maart 2017 met bijgevoegd het eindverslag van de Mutsaersstichting van 13 februari 2017, ondertekend op 15 februari 2017, (hierna: het eindverslag);
- het V-formulier met brief van de advocaat van de vader d.d. 13 maart 2017;
- de brief van de Mutsaersstichting d.d. 17 maart 2017 met bijgevoegd een bijlage bij het eindverslag, te weten de reactie van de zijde van de vader op het eindverslag;
- het faxbericht van de advocaat van de vader d.d. 15 mei 2017.