Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
hij op of omstreeks 13 februari 2014, te Rijen, gemeente Gilze en Rijen, althans in Nederland, van een voorwerp, te weten een geldbedrag van 33.500 euro en/of 1.609,40 euro, althans een geldbedrag, de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, althans heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op een voorwerp, te weten een geldbedrag van 33.500 euro en/of 1.609,40 euro, althans een geldbedrag, was en/of wie bovenomschreven voorwerp, te weten een geldbedrag van 33.500 euro en/of 1.609,40 euro, althans een geldbedrag, voorhanden had en/of heeft verworven en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet en/of gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat voornoemd voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
hij op 13 februari 2014, te Rijen, gemeente Gilze en Rijen, een voorwerp, te weten een geldbedrag van 33.500 euro voorhanden had terwijl hij wist dat voornoemd voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf.
1. Het proces-verbaal van bevindingen (dossierpagina 56), voor zover inhoudende als relaas van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] :
2. Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 13 februari 2014 (dossierpagina’s 316-326), voor zover inhoudende als verklaring van verdachte:
het hof begrijpt)2014 opgehaald door een kennis, waarvan ik de naam niet wil noemen. Hij was erg gestrest. Ik ben opgehaald vlak voor mijn woning. Ik laat mij door hem nooit voor mijn woning ophalen omdat ik weet dat hij niet altijd nette dingen doet.
3. De door verdachte ter terechtzitting in eerste aanleg d.d. 12 januari 2016 afgelegde verklaring, luidende:
4. De door verdachte ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 10 maart 2017 afgelegde verklaring, luidende:
enigmisdrijf, en dus niet afkomstig uit eigen misdrijf van verdachte, geldt niet het vereiste dat de verdachte enige verhullingshandeling heeft verricht.
witwassen.
- de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijke strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd;
- de omstandigheid dat door het bewezen verklaarde witwassen de onderliggende criminaliteit wordt gefaciliteerd.
- de inhoud van het hem betreffende uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 18 januari 2017, waaruit blijkt dat verdachte reeds eerder onherroepelijk tot gevangenisstraf is veroordeeld, hetgeen betekent dat verdachte een gewaarschuwd man was;
- de persoonlijke omstandigheden van verdachte, voor zover daarvan ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden.
2 (twee) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: een geldbedrag van € 609,40.