Uitspraak
2.Het standpunt van verzoeker
3.Het standpunt van de betreffende raadsheren
4.De beoordeling
J.Swinkels en mr. K. van der Meijde, leden, in tegenwoordigheid van mr. J.M.A. Beckers, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 15 juni 2017.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 15 juni 2017 een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door een verzoeker tegen de raadsheren M. Harthoorn, A.J. Kromhout en M.B.A. van Hout. Het wrakingsverzoek was gebaseerd op de stelling dat de belastingkamer partijdig was, omdat zij niet had gereageerd op verzoeken van de verzoeker om deskundigen en getuigen op te roepen voorafgaand aan de mondelinge behandeling van zijn hoger beroep. De wrakingskamer oordeelde dat er geen wettelijke verplichting bestaat om voorafgaand aan de behandeling van de zaak op dergelijke verzoeken te beslissen. Bovendien werd vastgesteld dat de gronden voor wraking onvoldoende waren om aan te nemen dat de raadsheren partijdig waren of de schijn van partijdigheid hadden gewekt. De wrakingskamer concludeerde dat de verzoeker de bevoegdheid om wrakingsverzoeken in te dienen misbruikte, en bepaalde dat een volgend verzoek om wraking in deze zaken niet in behandeling zou worden genomen. De beslissing werd openbaar uitgesproken en de hoofdzaken werden voortgezet in de stand waarin zij zich bevonden ten tijde van het wrakingsverzoek.