Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[appellant] ,wonende te [woonplaats] ,
[appellante] ,wonende te [woonplaats] ,
1.[geïntimeerde 1] ,wonende te [woonplaats] ,
[geïntimeerde 2] ,wonende te [woonplaats] ,
[Projectmanagement] Projectmanagement B.V.,gevestigd te [woonplaats] ,
[naam pad] C.V.
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/01/248885/HAZA 12-580)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- het exploot van anticipatie van 5 september 2014 van [geïntimeerden] .;
- de memorie van grieven met producties;
- de memorie van antwoord tevens houdende grieven in (deels voorwaardelijk) incidenteel appel met producties;
- de memorie van antwoord in het incidenteel appel met producties;
- de akte uitlaten producties van [geïntimeerden] .;
- de akte overleggen productie van [appellanten] ;
- de antwoordakte van [geïntimeerden] .
- de antwoordakte van [appellanten]
3.De beoordeling
Een toegangsweg tot eene boerderij, die slechts mag worden begaan door hen, die zich naar die boerderij wenschen te begeven, voldoet naar zijne meening, niet aan dit vereischte.” (MvA Bijl. II Hand. 1928-1929, nr 75, stuk nr. 2 blz. 4).
Wel kan ik mij goed herinneren dat (..) een bruine roestige ketting heeft gehangen aan de zijde van de [straatnaam 1] met een rechthoekig bordje eraan “Eigen Weg” (..). Dit moet in de periode tussen 1974/1984 geweest zijn”) en [getuige 5] (“
Ik kan mij herinneren dat daar Omstreeks 1983 en 1985 een ketting heeft gehangen met een bordje eraan”) (prods. 2 en 3 mvg). Bij memorie van antwoord in incidenteel appel zijn daar nog een aantal verklaringen van gelijke strekking aan toegevoegd.
Voor zover ons bekend is het [naam pad] al lange tijd, in ieder geval van voor 1980, openbaar toegankelijk en als openbare weg in gebruik. Het pad is door de gemeente onderhouden; rond 1980 is ter plaatse van het pad riolering aangelegd, waartoe het pad door de gemeente is opengebroken en weer herbestraat. Jaren daarna is ook nog eens een kolk aangebracht (..)”.
In verband met de voorwaarde onder (1) is van belang dat de brief van de gemeente de stelling van [geïntimeerden] . ondersteunt dat het [naam pad] (ook) in de periode rond 1980-rond 1990 voor iedereen toegankelijk was. Tezamen met de overgelegde verklaringen, die hiervoor reeds beoordeeld zijn, is het hof van oordeel dat [geïntimeerden] . dit voorshands voldoende hebben bewezen. Ook hiertegen mogen [appellanten] tegenbewijs leveren, als aangeboden.
4.De uitspraak
[appellanten]toe tot tegenbewijs tegen de voorshands bewezen geachte stelling dat
[geïntimeerden] .toe tot het bewijs van feiten en omstandigheden die de conclusie rechtvaardigen dat het [naam pad] in de periode van tien jaren die “rond 1980” is aangevangen door de gemeente [woonplaats] (thans: [gemeente] ) werd onderhouden;