Uitspraak
1.Het procesverloop
2.Het standpunt van verzoeker
4.De beoordeling
5.Conclusie
af;
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft de wrakingskamer van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 29 augustus 2017 uitspraak gedaan over een verzoek tot wraking van mr. W.E.C.A. Valkenburg, raadsheer in de strafzaak van de verzoeker. De verzoeker, die in Breda woont, had op 12 juni 2017 een wrakingsverzoek ingediend, omdat hij meende dat mr. Valkenburg niet onpartijdig was. De wrakingskamer heeft het verzoek behandeld op 22 augustus 2017, waarbij de verzoeker niet aanwezig was en zijn raadsman, mr. J.F.C. Schnitzler, zich had teruggetrokken. De advocaat-generaal, mr. P.J.J. van Hagen, heeft geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek.
De verzoeker heeft zijn wrakingsverzoek onderbouwd met verschillende argumenten, waaronder het gebrek aan vertrouwen in de onafhankelijkheid van mr. Valkenburg en beschuldigingen dat hij als lastig werd neergezet. De wrakingskamer heeft echter vastgesteld dat er geen objectieve aanwijzingen waren voor vooringenomenheid van mr. Valkenburg. De verzoeker had zelf ingestemd met de raadsman en er was geen bewijs van dwang of onredelijke bejegening door de rechter.
De wrakingskamer concludeert dat het verzoek tot wraking ongegrond is en dat de verzoeker met zijn handelwijze de rechtsgang frustreert. De wrakingskamer heeft daarom besloten dat een volgend wrakingsverzoek in deze strafzaak niet in behandeling hoeft te worden genomen. De beslissing is openbaar uitgesproken en de procesgang in de hoofdzaak wordt voortgezet.