ECLI:NL:GHSHE:2017:5838
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- A.P. Zweers-van Vollenhoven
- L.Th.L.G. Pellis
- P.J.M. Bongaarts
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging van de weigering tot toelating tot de schuldsaneringsregeling op basis van niet te goeder trouw zijn in de vijf jaar voorafgaand aan het verzoek
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 21 december 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering van de rechtbank Oost-Brabant om [appellante] toe te laten tot de schuldsaneringsregeling. De rechtbank had op 31 oktober 2017 het verzoek van [appellante] afgewezen, omdat niet voldoende aannemelijk was dat zij te goeder trouw was ten aanzien van het ontstaan en onbetaald laten van haar schulden in de vijf jaar voorafgaand aan het verzoek. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder de totale schuldenlast van [appellante], die € 73.775,38 bedroeg, en de aard van de schulden, waaronder belastingschulden en boetes van het CJIB. Het hof oordeelde dat de schulden in beginsel niet te goeder trouw waren ontstaan, vooral gezien de substantiële geldboetes en de belastingschuld die voortvloeide uit het niet tijdig verstrekken van informatie. Het hof heeft ook de argumenten van [appellante] overwogen, waaronder haar stelling dat haar ex-partner verantwoordelijk was voor een groot deel van de schulden. Echter, het hof vond dat [appellante] niet voldoende bewijs had geleverd om haar claims te onderbouwen. Uiteindelijk heeft het hof de beslissing van de rechtbank bekrachtigd en het verzoek van [appellante] om toegelaten te worden tot de schuldsaneringsregeling afgewezen.