4.1.Het gaat in deze zaak om het volgende.
- [appellant] is eigenaar van het appartementsrecht aan de [adres] te [plaats] , dat recht geeft op het gebruik van de woning met garage, tuin en aanlegplaats. [appellant] is lid van de VVE.
- De appartementsrechten aan [complex] te [plaats] zijn verdeeld over zeven torens. Drie torens hebben een plat dak. Vier torens hebben een piramidedak. De vier torens met een piramidedak hebben een liftschachtopbouw (en een lift en een liftschacht). Bij drie van die vier torens treedt lekkage op in de uitsparing die in het dak ten behoeve van de liftschachten is gemaakt. De drie torens met een plat dak hebben wel een liftschacht, maar geen lift en ook geen liftschachtopbouw. [appellant] bewoont een toren met een plat dak.
- Bij notariële splitsingsakte d.d. 30 juni 1997 (hierna: Splitsingsakte) zijn de betreffende percelen en onroerende zaken in appartementen gesplitst. Daarbij is tevens als reglement van splitsing het Modelreglement bij splitsing in appartementsrechten van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie d.d. januari 1992 (hierna: Modelreglement) vastgesteld.
- In artikel 2 lid 1 en lid 3 van het Modelreglement is het volgende bepaald:
‘
Artikel 2
1. Ieder der eigenaars is in de gemeenschap gerechtigd voor het nader in de akte te bepalen breukdeel.
2. (…)
3. De eigenaars zijn voor de in het eerste lid bedoelde breukdelen verplicht bij te dragen in de schulden en kosten, die voor rekening van de gezamenlijke eigenaars zijn.’
- Artikel 3 aanhef en sub a, b en j van het Modelreglement luidt als volgt:
‘Artikel 3
Tot de schulden en kosten als bedoeld in artikel 5:112 eerste lid onder a van het Burgerlijk Wetboek (toevoeging hof: welke schulden en kosten voor rekening van de gezamenlijke appartementseigenaren komen) worden gerekend:
a. die welke gemaakt zijn in verband met het onderhoud of het gebruik van de gemeenschappelijke gedeelten of van de gemeenschappelijke zaken of tot het behoud daarvan;
b. die welke verband houden met noodzakelijke herstellingswerkzaamheden en vernieuwingen van de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken, voor zover die ingevolge het Modelreglement of een rechterlijke beslissing als bedoeld in artikel 5:121 van het Burgerlijk Wetboek niet ten laste komen van bepaalde eigenaars, en voor zover die niet vallen onder a;
(…)
j. alle overige schulden en kosten, gemaakt in het belang van de gezamenlijke eigenaars als zodanig.’
- In artikel 9 lid 1 sub a en sub b van het Modelreglement staat het volgende, met de onderstrepingen aangebracht door het hof:
‘Artikel 9
1. Tot de gemeenschappelijke gedeelten en gemeenschappelijke zaken worden
ondermeer gerekend, voor zover aanwezig:
a. de funderingen, de dragende muren en de kolommen, het geraamte van het gebouw met de ondergrond, het ruwe metselwerk, alsmede de vloeren met uitzondering van de afwerklagen in de privé gedeelten, de buitengevels, waaronder begrepen de raamkozijnen met glas, de deuren welke zich in de buitengevel bevinden of de scheiding vormen tussen het gemeenschappelijk en het privé gedeelte, de balkonconstructies, de borstweringen, de galerijen, de terrassen en de gangen,de daken, de schoorstenen en de ventilatiekanalen, de trappenhuizen en de hellingbanen, het hek- en traliewerk voorzover het geen privé tuinafscheidingen betreft, alsmede het (standaard) hang- en sluitwerk aan kozijnen welke aan de buitengevel van het gebouw zitten;
b. detechnische installatiesmet de daarbij behorende leidingen, met name voor de centrale verwarming (met inbegrip van de radiatoren en radiatorkranen in de privé gedeelten) en voor luchtbehandeling, de vuilafvoer, de leidingen voor de afvoer van hemelwater en de riolering, de leidingen voor gas en water en verder de hydrofoor, de elektriciteits- en telefoonleidingen, de gemeenschappelijke antenne, de bliksembeveiliging,de liften, de alarminstallatie en de systemen voor oproep en deuropeners,alles voor zover die installaties niet uitsluitend ten dienste van één privé gedeelte strekken.’
- Artikel 10 van het Modelreglement luidt als volgt:
‘Artikel 10
Indien er twijfel bestaat of een gedeelte van het gebouw of een zaak al dan niet tot de gemeenschappelijke gedeelten en/of de gemeenschappelijke zaken behoort, wordt hierover beslist door de vergadering.’
- Op 9 maart 2017 heeft een Algemene Ledenvergadering (ALV) van de VVE plaatsgevonden. Blijkens de notulen is op deze ledenvergadering door de VVE het navolgende voorstel 6a (“
met 4580 van de aanwezige 8925 stemmen” aangenomen:
‘6. Voorstel tot het oplossen van diverse daklekkages.
(…)
a. Het oplossen van de daklekkage van 1 toren (toren 3) overeenkomstig offerte [offerte] € 25.321,00
Het vervangen van de liftschachtopbouw bij maximaal 3 torens (1-4-7)€ 12.885,00
Totaal € 38.206,00
Te financieren vanuit de algemene reserve.’
- [appellant] heeft in eerste aanleg gesteld dat dit besluit van de VVE in strijd met (verschillende artikelen van) de splitsingsakte en het modelreglement is genomen en in strijd met de redelijkheid en billijkheid is. Hij voerde daartoe onder meer aan -kort gezegd- dat voornoemde kosten ten onrechte ten laste van alle eigenaren (de algemene reserve) komen, terwijl die kosten zien op de liftinstallaties die uitsluitend ten dienste staan van de bovenste appartementen (bestaande uit twee woonlagen) van de torens met piramidedak. Hij heeft de kantonrechter verzocht het besluit van de VVE van 9 maart 2017 primair nietig te verklaren, subsidiair te vernietigen, met veroordeling van de VVE in de proceskosten.
- De VVE heeft verweer gevoerd en geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid, dan wel tot afwijzing van de verzoeken, met veroordeling van [appellant] in de proceskosten.
- Bij de beschikking waarvan beroep heeft de kantonrechter de verzoeken van [appellant] afgewezen en hem in de proceskosten veroordeeld.