Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1. [de VOF] (hierna aan te duiden als de VOF);
2. [de vennoot 1] ; en
(1. t/m 3. hierna samen aan te duiden als [de vennoot 1 c.s.] )
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, ging het om een hoger beroep in een civiele procedure waarbij de curator van een failliete vennootschap de bank aansprakelijk stelde voor schade die zou zijn ontstaan door het verlenen van extra krediet. De curator, mr. J.A.M. de Kerf, vertegenwoordigde de failliete vennootschap en haar vennoten, die samen als [de vennoot 1 c.s.] werden aangeduid. De bank, aangeduid als [de bank], voerde verweer tegen de claims van de curator. Het hof had eerder een tussenarrest gewezen waarin het merendeel van de verwijten van de curator ongegrond werden verklaard, maar het hof oordeelde dat er mogelijk sprake was van een schending van de zorgplicht door de bank in 2009. Het hof vroeg om nadere informatie van beide partijen om te beoordelen of er een causaal verband bestond tussen het handelen van de bank en de schade die de curator claimde. De curator voerde aan dat de bank onvoldoende onderzoek had gedaan voordat zij het extra krediet verleende en dat dit had geleid tot het faillissement van de vennootschap. De bank betwistte dit en stelde dat zij op basis van de beschikbare informatie een afgewogen beslissing had genomen. Het hof concludeerde uiteindelijk dat de curator niet had aangetoond dat er een causaal verband bestond tussen het handelen van de bank en de schade, en wees de vorderingen van de curator af. Het hof bekrachtigde het eerdere vonnis van de rechtbank en veroordeelde de curator in de proceskosten.