Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
verklaring van [getuige]:
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 11 december 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant. De verdachte was in eerste instantie veroordeeld voor voorbereidingshandelingen van grootschalige hennepteelt, waarbij 73 hennepplanten waren aangetroffen. De verdachte stelde in hoger beroep dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard diende te worden wegens schending van het gelijkheidsbeginsel, aangezien hij de enige was die vervolgd werd van de personen die op dezelfde locatie waren aangetroffen. Het hof oordeelde dat de officier van justitie op basis van het opportuniteitsbeginsel bevoegd was om te besluiten tot vervolging van de verdachte, en dat er geen sprake was van schending van het gelijkheidsbeginsel. Het hof concludeerde dat de beschikbare informatie niet gelijkluidend was voor alle verdachten, waardoor de vervolging van de verdachte gerechtvaardigd was.
Daarnaast werd door de verdediging betoogd dat niet bewezen kon worden dat de verdachte op de hoogte was van de hennepkwekerij en dat de aantallen planten niet voldeden aan de criteria voor grootschalige hennepteelt. Het hof verwierp deze argumenten en oordeelde dat de aangetroffen goederen, waaronder armaturen en lampen, voldoende bewijs vormden voor de intentie tot grootschalige hennepteelt. Het hof bevestigde het vonnis van de politierechter, met inachtneming van een vormverzuim dat had plaatsgevonden bij de vrijlating van de verdachte, maar dit had geen invloed op de opgelegde straf.