In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 14 december 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de rechtmatigheid van een aanslag gebruiksretributie opgelegd door het Waterschap Scheldestromen aan een belanghebbende. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de aanslag, die was opgelegd op basis van de Retributieverordening zoetwatervoorziening Tholen en Sint Philipsland. De rechtbank had het beroep van de belanghebbende gegrond verklaard en de aanslag vernietigd, waarna het Waterschap in hoger beroep ging.
Het Hof oordeelde dat het Waterschap de bevoegdheid tot het heffen van de gebruiksretributie niet had aangewend ter behartiging van zijn publiekrechtelijke taken, maar in het kader van een privaatrechtelijke dienstverlening aan een specifieke groep gebruikers, namelijk de leden van de Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie (ZLTO). De rechtbank had terecht geoordeeld dat de Verordening in strijd was met het verbod op détournement de pouvoir, zoals vastgelegd in artikel 3:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het Hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde de Verordening jegens de belanghebbende onverbindend.
De zaak betreft de vraag of de zoetwatervoorziening, die door het Waterschap is gerealiseerd, kan worden aangemerkt als een publieke taak. Het Hof concludeerde dat de zoetwatervoorziening niet onder de publieke taken van het Waterschap valt, en dat de heffing van gebruiksretributie voor deze voorziening niet rechtmatig was. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en het Hof veroordeelde het Waterschap tot betaling van de proceskosten aan de belanghebbende.