Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch,
[verdachte] ,
- de verdachte vrijgesproken van hetgeen bij inleidende dagvaarding aan hem ten laste is gelegd onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 5 en 6, eerste onderdeel (onttrekking aan de boedel van een geldbedrag van € 1.500,00);
- bewezen verklaard hetgeen aan de verdachte ten laste is gelegd onder 1 subsidiair,
dat hij, verdachte, in of omstreeks de periode van 18 augustus 2009 tot en met 28 oktober 2010 te Breda, in elk geval in Nederland, als bestuurder van de rechtspersoon [naam] International B.V., welke bij vonnis van de Arrondissements-rechtbank te Breda van 18 augustus 2009 in staat van faillissement was verklaard, ter bedrieglijke verkorting van de rechten der schuldeiser(s) niet heeft voldaan aan de op hem rustende verplichtingen ten opzichte van het voeren van een administratie ingevolge artikel 10, eerste lid van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en/of artikel 15i, eerste lid van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek en/of het bewaren en/of tevoorschijn brengen van boeken en/of bescheiden en/of andere gegevensdragers in die artikelen bedoeld,
dat hij, verdachte, in of omstreeks de periode van 17 maart 2010 tot en met 28 oktober 2010 te Breda, in elk geval in Nederland, als bestuurder van de rechtspersoon [naam] Nederland B.V., welke bij vonnis van de Arrondissements-rechtbank te Breda van 17 maart 2010 in staat van faillissement was verklaard, ter bedrieglijke verkorting van de rechten der schuldeiser(s), niet heeft voldaan aan de op hem rustende verplichtingen ten opzichte van het voeren van een administratie ingevolge artikel 10, eerste lid van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en/of artikel 15i, eerste lid van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek en/of het bewaren en/of tevoorschijn brengen van boeken en/of bescheiden en/of andere gegevensdragers in die artikelen bedoeld;
dat hij in of omstreeks de periode van 10 mei 2010 tot en met 26 mei 2010 te Zevenbergen, gemeente Moerdijk en/of te Breda, althans in Nederland, als bestuurder van een rechtspersoon, genaamd [naam] Beheer B.V., welke rechtspersoon bij vonnis van de Arrondissementsrechtbank te Breda op 11 mei 2010 in staat van faillissement was verklaard, ter bedrieglijke verkorting van de rechten der schuldeisers het navolgende goed en/of geldbedrag aan de boedel heeft onttrokken, te weten:
tot datum faillissement,terwijl de in die bepalingen opgenomen verplichting om de gevoerde administratie deugdelijk te bewaren zich vervolgens ook uitstrekt tot het moment dat de gevoerde en bewaarde administratie in het faillissement aan de curator ter beschikking wordt gesteld. Tot dit laatste was de verdachte als (in)direct bestuurder van de vennootschappen gehouden op grond van de Faillissementswet.
periode tot aan de datum van het faillissementonder de verantwoordelijkheid van de verdachte niet is voldaan aan de verplichting tot het voeren van een deugdelijke admini-stratie uit de artikelen 2:10 en 3:15i BW. Met betrekking tot deze drie vennootschappen ontbreekt het wettig en overtuigend bewijs dat tevens niet is voldaan aan de verplichting tot het bewaren van de gevoerde administratie en/of dat de aldus gevoerde en bewaarde administratie niet volledig en ongeschonden aan de curator ter beschikking is gesteld.
dat hij in de periode van 10 mei 2010 tot en met 26 mei 2010 te Zevenbergen, gemeente Moerdijk, als bestuurder van een rechtspersoon, genaamd [naam] Beheer B.V., welke rechtspersoon bij vonnis van de Arrondissementsrechtbank te Breda op 11 mei 2010 in staat van faillissement was verklaard, ter bedrieglijke verkorting van de rechten der schuldeisers het navolgende goed en geldbedrag aan de boedel heeft onttrokken, te weten:
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden;
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit schuldig heeft gemaakt.