Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[de vennootschap]
[directeur/eigenaar van de vennootschap],
1.Het verloop van de procedure
- voornoemde dagvaarding;
- de memorie van grieven met producties;
- het tegen [geïntimeerden c.s.] verleende verstek.
2.Het geding in eerste aanleg (zaaknr. 4946261, rolnr. 16-3846)
3.De gronden van het hoger beroep
4.De beoordeling
- € 4.537,50 incl. btw voor de herstelwerkzaamheden die conform het expertise uitgevoerd moeten worden (vervangende schadevergoeding);
- € 726,- incl. btw voor de kosten van de expertise;
de conclusie van antwoord (met producties)”. Uit het door het kantongerecht op schrift gestelde “mondeling antwoord” van de openbare terechtzitting van donderdag 14 april 2016 (productie 2 memorie van grieven) blijkt dat op de daarvoor bestemde dag geen schriftelijke conclusie van antwoord is genomen. Wel is blijkens het door het kantongerecht op schrift gestelde mondeling antwoord in eerste aanleg in onderhavige zaak verschenen de heer [directeur/eigenaar van de vennootschap] (directeur/eigenaar) namens gedaagde partij in persoon, die enkele producties heeft overgelegd. In dit op schrift gestelde mondeling antwoord is verder vermeld dat [directeur/eigenaar van de vennootschap] ter zitting heeft verklaard:
Ik betwist de vordering verschuldigd te zijn. De eisende partij heeft het verkeerde bedrijf aansprakelijk gesteld. Gedaagde sub 1 is een slapende B.V. Daar worden geen activiteiten meer in verricht sinds 1989. Ter onderbouwing van mijn verweer leg ik hierbij de gegevens van de B.V. over, waaruit blijkt dat er geen activiteiten in worden verricht. Alleen in 2012 heb ik een werk verricht voor een aannemer en verder heb ik geen werkzaamheden verricht in de B.V.”.