Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 4530949 \ CV EXPL 15-10599)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven;
- de memorie van antwoord met een productie.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een huurgeschil tussen [appellant], die de mestopslagput huurde van Maatschap [de maatschap]. De huurovereenkomst, die op 1 september 2012 inging, was gebaseerd op een mondelinge afspraak en een huurprijs van € 5.300,00 per jaar. [appellant] heeft de huurtermijnen tot 31 augustus 2014 voldaan, maar heeft de huur vanaf 1 september 2014 niet meer betaald. De huurovereenkomst is per 1 februari 2016 door [appellant] opgezegd. De maatschap heeft in eerste aanleg een vordering ingesteld tot betaling van achterstallige huur en heeft [appellant] veroordeeld tot betaling van € 5.940,00, inclusief buitengerechtelijke incassokosten. [appellant] heeft in reconventie gevorderd dat de huurovereenkomst met betrekking tot de mestopslagput met een inhoud van 700 m3 wordt erkend en dat de maatschap hem € 400,00 verschuldigd is voor geleverde compost.
In hoger beroep heeft [appellant] negen grieven ingediend, onder andere gericht tegen de bewijslastverdeling en de bewijswaardering door de kantonrechter. Het hof heeft vastgesteld dat de inhoud van de mestopslagput, die door de maatschap als 1000 m3 wordt gesteld, door [appellant] wordt betwist. Het hof oordeelt dat er een deskundigenonderzoek nodig is om de werkelijke inhoud van de mestopslagput vast te stellen. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling en bewijslevering. Het hof heeft de partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de benoeming van deskundigen en de vragen die aan hen voorgelegd moeten worden. De uitspraak is gedaan op 12 december 2017.