Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/01/279515 HA ZA 14-425)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven met producties en eiswijziging;
- de memorie van antwoord;
- het pleidooi gehouden op 16 november 2017, waarbij partijen pleitnotities hebben overgelegd.
3.De beoordeling
2 De feitende volgende feiten vastgesteld.
Bouwverplichting en gebruik.
a. […]
Indien de koper niet of niet tijdig voldoet aan zijn in artikel 10 lid 1 omschreven verplichtingen, is hij verplicht het verkochte na in gebreke te zijn gesteld op eerste vordering van burgemeester en wethouders van de gemeente aan de gemeente terug te verkopen, tegen de bij aankoop aan de gemeente betaalde koopsom vermeerderd met de omzetbelasting […].
[…]
[…]
Het is de koper niet geoorloofd om binnen vijf jaar na de datum van het verlijden van de notariële akte van levering tot gehele of gedeeltelijke vervreemding van het verkochte, of van het recht op levering daarvan, aan derden over te gaan, verlening van een beperkt recht, waardoor het gebruik van het verkochte door anderen wordt verkregen, daaronder begrepen..
Burgemeester en wethouders kunnen op verzoek van de koper ontheffing van het in lid 1 opgenomen verbod verlenen. Aan deze ontheffing kunnen voorwaarden worden verbonden.”
In april 2013 kreeg ik te horen dat er geen overeenstemming kon worden bereikt tussen [technology] en [appellante] en dat [appellante] afhaakte. Dat werd mij toen gezegd door de heer [medewerker van technology] van [technology] in een telefoongesprek met mij. Ik heb vervolgens de gemeente geadviseerd om gebruik te maken van het terugkooprecht en de gemeente heeft mijn advies overgenomen.’.