6.1.Bij verzetdagvaarding, tevens inhoudende memorie van antwoord in het principaal appel en (voorwaardelijk) memorie van grieven in het incidenteel appel heeft [opposant] de door het hof in het verstek-arrest vastgestelde feiten niet betwist. Met inachtneming van hetgeen [opposant] bij verzetdagvaarding heeft aangevoerd gaat het hof daarom uit van de navolgende feiten:
Op 27 april 2011 werd in één gedeelte van de loods, gelegen achter de woning/woonwagen van [opposant] aan het adres [adres] te [plaats] , een hennepkwekerij aangetroffen. De loods was verdeeld in drie ruimten. De hennepkwekerij was in één van die ruimten en was nog in gebruik. Ten tijde van de ontdekking van de hennepkwekerij waren er geen planten meer in de kwekerij aanwezig. De hennepplanten waren net geoogst.
[opposant] was ervan op de hoogte dat ter plekke in de loods een hennepkwekerij was ingericht.
De elektriciteitsaansluiting van dat adres stond op naam van [opposant] . Deze aansluiting bevond zich in een abri die gelegen was aan de kant van de weg en waarin tevens andere elektriciteitsmeters voor andere woonwagens zaten.
[de vennootschap] heeft de meter onderzocht. In het daarvan opgemaakte rapport van 2 augustus 2011 (prod. 1 inl. dagv.) staat onder meer het volgende:
“De meter werd aangeboden met een vreemde loden verzegeling. Onderzoek wijst uit dat de meter beschadigingen vertoont aan het telwerk.
Uit het bovenstaande moet men de volgende conclusie trekken:
Het is duidelijk dat de meteropenis geweest met hetvooropgezette doel om fraude te plegen.”
Daarnaast is geconstateerd dat in de meterkast een illegale aftakking op de aansluitkabel vóór de kWh-meter was gemaakt, waardoor de afgenomen elektriciteit niet op de teller van de kWh-meter werd geregistreerd. De illegale kabel liep van de abri via ruimte 1 in de loods, die in gebruik was bij [opposant] en zijn zo(o)nen, naar ruimte 3 in de loods, waar de hennepkwekerij was.