Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
- primair bepleit dat het hof het openbaar ministerie niet-ontvankelijk zal verklaren in de vervolging;
- subsidiair bepleit dat het hof de verdachte zal vrijspreken van de onder 1 ten laste gelegde doodslag en zich gerefereerd aan het oordeel van het hof ter zake van het onder 2 ten laste gelegde wapenbezit;
- enkele opmerkingen gemaakt in het kader van de strafoplegging en de vorderingen van de benadeelde partijen.
- de verwerping van het verweer strekkende tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de vervolging;
- de bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde en de gronden waarop dit berust;
- de kwalificatie van het onder 1 en 2 bewezen verklaarde;
- de beslissing omtrent de strafbaarheid van de verdachte;
- de beslissingen op de vorderingen van de benadeelde partijen;
- de beslissingen in het kader van het beslag;
- de door de eerste rechter aangehaalde wetsartikelen.
“Al zo lang ik mij kan herinneren is [slachtoffer] mijn maatje en heb ik de behoefte gevoeld om [slachtoffer] te beschermen. (…) Hoe ouder wij werden hoe meer dat andersom ook gold. [slachtoffer] werd groter en sterker en ik werd zijn kleine grote zusje. Als ik ’s nachts nachtmerries had, riep ik om [slachtoffer] . Ik voelde mij veilig bij hem, hij kon mij wel beschermen. (…) [slachtoffer] en ik hadden een bijzondere band. Eenmaal bij [slachtoffer] aangekomen in het ziekenhuis kon ik niks anders dan schreeuwen en huilen. Hij was nog warm toen ik hem knuffelde. De pijn die je dan voelt is onbeschrijfelijk. Mijn lieve broertje [slachtoffer] lag daar dood te zijn en wij stonden daar met z’n allen om hem heen te huilen. (…) Tot op de dag van vandaag is het leven niet meer leuk, heeft het geen inhoud meer. Voor andere mensen gaat het leven gewoon door, maar voor ons staat het stil. Er zullen de rest van ons leven best nog leuke momenten komen, maar die zullen voor altijd zwart omrandt zijn. (…)”
“Onzen [slachtoffer] is dood… Als ik ons leven een cijfer had mogen geven vóór deze misdaad dan kwam ik op een hele dikke 7, misschien wel een 8. Daar is nu misschien nog een magere 4 van over. Gelukkig krijgen wij heel veel steun (…). Dit kun je nooit afsluiten. Wij houden hier de rest van ons leven last van. En het doet gewoon heel erg veel pijn. Zonder onze familie en vrienden zou deze pijn ondraaglijk zijn. En de pijn zal niet afnemen in de toekomst, dus we moeten er mee leren omgaan. Dat is ons lot.”
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
11 (elf) jaren.