In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om een hoger beroep dat is ingeleid door de appellant, die geen partij zou zijn bij de gestelde overeenkomst. De appellant, vertegenwoordigd door mr. S. Bharatsingh, heeft het hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter van de rechtbank Oost-Brabant, dat op 13 oktober 2016 is gewezen. De geïntimeerde, Management B.V., vertegenwoordigd door mr. C.A.M.H. Vink, heeft de vordering ingesteld. Het hof heeft in deze procedure vastgesteld dat de appellant geen rechtsgrond heeft voor de ingestelde vordering. Tijdens de procedure heeft de appellant pleidooi gevraagd, en het hof heeft besloten om een datum voor pleidooi te bepalen. De zitting is gepland op 27 februari 2018 om 15.00 uur in het Paleis van Justitie te 's-Hertogenbosch. Het hof heeft iedere verdere beslissing aangehouden tot na het pleidooi. Dit arrest is gewezen op 5 december 2017 door de rechters H.A.G. Fikkers, O.G.H. Milar en W.J.J. Beurskens, en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer.