Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[appellant] ,wonende te [woonplaats] (België),
[appellante] ,wonende te [woonplaats] (België),
1.[geïntimeerde 1] ,wonende te [woonplaats] ,
[geïntimeerde 2] ,wonende te [woonplaats] ,
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 4344042 \ CV EXPL 15-7324)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep met grieven en producties;
- de memorie van antwoord met producties;
- de akte van [appellanten c.s.] met producties;
- de antwoordakte van [geïntimeerden c.s.] ;
3.De beoordeling
een gebouwde onroerende zaak of gedeelte daarvan, die krachtens overeenkomst van huur en verhuur is bestemd voor de uitoefening van een kleinhandelsbedrijf, van een restaurant- of cafébedrijf, van een afhaal- of besteldienst of van een ambachtsbedrijf, een en ander indien in de verhuurde ruimte een voor het publiek toegankelijk lokaal voor rechtstreekse levering van roerende zaken of voor dienstverlening aanwezig is; (...).
is eerste uitgangspunt - zoals het hof ook heeft geoordeeld, en het middel niet bestrijdt - dat het erom gaat, in welk gebruik de huurovereenkomst voorziet. Het gebruik dat daadwerkelijk in praktijk wordt gebracht is dus niet beslissend, als dat niet correspondeert met het door de huurovereenkomst bepaalde gebruik.