Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
Interpolis,
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknr./rolnr C/02/244585/HA ZA 12-50)
2.Het geding in hoger beroep
3.De gronden van het hoger beroep
4.De beoordeling
“Het volgende is onder meer vastgesteld:
“Deze verzekering heeft betrekking op alle door of in opdracht van de verzekeringnemer uit te voeren verzekerde werken zoals deze zijn omschreven op het verzekeringsbewijs. (…)Tijdens de bouwtermijn verzekeren wij schade die een verzekerde lijdt als gevolg van:
beschadiging van het werk, ongeacht door welke oorzaak. Hierbij wordt artikel 7:951 BW terzijde gesteld.”
“fysieke aantasting die zich manifesteert in een blijvende verandering van vorm of structuur”.
Voorts is daarin bepaald dat onder schade wordt verstaan:
“(…)Schade aan zakenSchade door beschadiging (…) met inbegrip van daaruit voortvloeiende schade.”.
“fysieke aantasting die zich manifesteert in een blijvende verandering van vorm of structuur”van het betonrooster. Hierbij dient, gelet op het feit dat niet is gegriefd tegen rov. 3.9 van het tussenvonnis van 19 december 2012, het werk als gevolg van de beschadiging niet meer te voldoen voor het gebruik waarvoor het bestemd is. Het is aan [geïntimeerde] , die aan haar vordering ten grondslag legt het feit dat alle 870 roosters waren beschadigd, om dat te bewijzen. Indien wat dat betreft fysiek onderzoek nog mogelijk is, dient dat zoveel mogelijk te gebeuren. Voor zover de verwijderde roosters verschillende malen zijn verplaatst (rov. 3.14 van het tussenvonnis van 19 december 2012) en gestapeld op het erf gelegd, waarbij in elk geval niet is gestapeld met inachtneming van de algemene voorwaarden van Moduulbouw [vestigingsnaam] B.V. (zie nr. 14 conclusie van antwoord), brengt dit niet met zich dat het niet zinvol is om elk rooster afzonderlijk te onderzoeken. Een dergelijk onderzoek per rooster kan immers aan het licht brengen of dat inderdaad beschadigd is en eventueel of die beschadiging is veroorzaakt doordat de laadschop er overheen is gereden, dan wel of een andere oorzaak voor de beschadiging kan worden vastgesteld. Aan de hand van de stukken die zich thans in het dossier bevinden, kan het hof op dit moment niet uitsluiten dat nadere berichtgeving door een deskundige na onderzoek van alle verwijderde roosters aan het licht kan brengen dat sommige van die verwijderde roosters alleen verplaatsingsschade hebben en geen schade die is veroorzaakt doordat de laadschop er overheen is gereden. Deze mogelijkheid brengt met zich dat een deskundige alsnog alle verwijderde roosters moet onderzoeken waarbij hij de vraag moet beantwoorden of het rooster is beschadigd en of hij kan vaststellen of die eventuele schade is veroorzaakt doordat de laadschop er overheen is gereden of dat het rooster nadien is beschadigd bij de verwijdering en/of verplaatsing daarvan. Het hof acht een dergelijk onderzoek ook op zijn plaats omdat de door [geïntimeerde] ingeschakelde deskundige BAS blijkens rov. 4.1 sub e slechts in 79 van de door haar beoordeelde 166 roosters scheurvorming heeft vastgesteld, waarna BAS van mening is dat er omgerekend circa 400 elementen zullen zijn met zichtbare schade. Vooralsnog kent het hof aan de uitslag van dit feitelijke onderzoek in elk geval zoveel waarde toe dat aan de hand van het enkele rekenkundige onderzoek waarbij de roosters niet afzonderlijk zijn onderzocht niet tot het oordeel kan worden gekomen dat Achmea is gehouden tot vergoeding van 870 roosters. Het hof herhaalt hierbij dat het aan [geïntimeerde] is om haar schade te bewijzen en dat het in beginsel voor haar risico komt indien zij eenzijdig maatregelen heeft genomen die een zo concreet mogelijke berekening van de schade niet (meer) mogelijk maken.
een blijvende verandering van vorm of structuur”van het element?