ECLI:NL:GHSHE:2017:4962
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging van de voortzetting van de inbewaringstelling van een failliet verklaarde persoon
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 16 november 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de voortzetting van de inbewaringstelling van een failliet verklaarde persoon, hierna te noemen [appellant]. De rechtbank Zeeland-West-Brabant had eerder op 25 oktober 2017 de inbewaringstelling van [appellant] met 30 dagen verlengd, omdat hij niet voldeed aan zijn informatieplicht zoals voorgeschreven in de Faillissementswet. [Appellant] was gedetineerd en had verzocht om opheffing of schorsing van de inbewaringstelling, maar het hof oordeelde dat de redenen voor de inbewaringstelling nog steeds aanwezig waren. Het hof overwoog dat [appellant] onvoldoende openheid van zaken had gegeven over zijn werkzaamheden en inkomsten sinds de aanvang van zijn faillissement. Ondanks zijn verklaringen dat hij geen inkomsten had, waren er aanwijzingen dat hij wel degelijk had gewerkt en inkomsten had gegenereerd. Het hof concludeerde dat de belangen van de schuldeisers zwaarder wogen dan de belangen van [appellant] bij vrijlating. De beslissing van de rechtbank werd bekrachtigd, en het hof benadrukte het belang van het voldoen aan de inlichtingenplicht in het kader van het faillissement. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 16 november 2017.