Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
.
- de vader, bijgestaan door mr. Stoelhorst;
- de moeder, bijgestaan door mr. Geradts;
- de raad, vertegenwoordigd door mevrouw [vertegenwoordiger van de raad] .
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg op 22 september 2016;
- het V6-formulier met bijlage ingediend door de advocaat van de vader op 20 april 2017;
- het V6-formulier met bijlagen ingediend door de advocaat van de vader op 27 september 2017;
- het V6-formulier met bijlagen ingediend door de advocaat van de moeder op 27 september 2017.
3.De beoordeling
- Is omgang met de vader in het belang van [de minderjarige] ?
- Zo ja, welke vorm van omgang en frequentie is in het belang van [de minderjarige] ?
- Is de vader in staat om omgang met [de minderjarige] te hebben en is de moeder in staat om de omgang te begeleiden?
- Welke begeleiding is er voor de ouders nodig om te komen tot de uitvoering van een eventuele omgangsregeling?
- Zijn er bijzonderheden/belemmeringen bij [de minderjarige] aanwezig waarmee rekening gehouden moet worden bij het vaststellen van een eventuele omgangsregeling?
- Indien omgang niet in het belang van [de minderjarige] is, wat zijn dan de contra-indicaties?
- Indien er op dit moment geen mogelijkheden zijn voor omgang: wat is er dan nodig om in de toekomst tot omgang te komen?
- komen er uit het onderzoek bevindingen naar voren die niet in het antwoord op de voornoemde onderzoeksvragen zijn genoemd, maar wel van belang zijn met betrekking tot eventueel contact tussen de vader en [de minderjarige] ; en zo deze naar voren komen, welke zijn dit?
16 maart 2018 pro forma,teneinde de resultaten van het onderzoek en het advies van de raad af te wachten. Partijen zullen vervolgens door het hof in de gelegenheid worden gesteld binnen twee weken schriftelijk te reageren op het rapport en het advies van de raad.