ECLI:NL:GHSHE:2017:4875
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- H.A.W. Vermeulen
- A.J.M. van Gink
- H. Harmsen
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van valsheid in geschrifte na hoger beroep tegen vonnis rechtbank Limburg
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 13 november 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 9 december 2015. De verdachte was in eerste aanleg vrijgesproken van het medeplegen van oplichting en valsheid in geschrift. De officier van justitie heeft hoger beroep ingesteld, waarbij het appel aanvankelijk onbeperkt was, maar later partieel is ingetrokken voor de feiten 1 en 3, waardoor het hoger beroep zich enkel richtte op het tweede feit: valsheid in geschrift.
Tijdens de zitting heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof het vonnis van de rechtbank zou vernietigen en de verdachte zou veroordelen tot een gevangenisstraf van vijf maanden. De verdediging heeft vrijspraak bepleit. Het hof heeft de zaak onderzocht en vastgesteld dat de in de tenlastelegging genoemde factuur, die door de advocaat-generaal als vals werd aangeduid, niet wettig bewezen kon worden. Het hof oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat het bedrijf dat de factuur had uitgegeven, niet meer bestond op de factuurdatum.
Uiteindelijk heeft het hof de vrijspraak van de rechtbank bevestigd, met een aanvulling op de motivering. De beslissing van het hof houdt in dat de verdachte wordt vrijgesproken van het ten laste gelegde feit van valsheid in geschrift, omdat niet bewezen kon worden dat de factuur vals was. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de rol van de rechter in het beoordelen van de bewijsvoering.