Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
Herr [belanghebbende] ist aufgrund eines Gewährleistungs-Erstreckungbescheides gemäß § 5 Abs. 1 Satz 2 Sozialgesetzbuch VI von der gesetzlichen Rentenversicherung befreit. Zur Sicherstellung der Ruhegehaltfähigkeit der Zeit der Beurlaubung hat er einen Versorgungszuschlag von 30% der ohne Beurlaubung zustehenden ruhegehaltfähigen Bezüge zuzüglich der Sonderzuwendung (Weihnachtsgeld) an den BMVg zu zahlen.”
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
4.Gronden
Nederlandse werkgeveris de omrekening in de praktijk beperkt tot de kwalificatie van buitenlandse sociale verzekeringen. Bij loon dat wordt ontvangen van een
buitenlandse werkgevermoeten ook andere loonbestanddelen, zoals het privégebruik van een door de werkgever ter beschikking gestelde auto of bepaalde door de werkgever verstrekte onkostenvergoedingen, worden omgerekend naar Nederlandse fiscale maatstaven. Dit besluit is beperkt tot de kwalificatie van buitenlandse sociale verzekeringen.
overeenkomstigetoepassing van artikel 19d van de Wet LB – niet tot het in artikel 3.80 van de Wet IB bedoelde loon behoren en de desbetreffende inhoudingen op het loon in mindering komen.
5.Beslissing
- verklaart het hoger beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak van de Rechtbank;
- verklaart het tegen de uitspraak van de Inspecteur bij de Rechtbank ingestelde beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak van de Inspecteur;
- vermindert de aanslag tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 164.286 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 1.356;
- vermindert de beschikking heffingsrente dienovereenkomstig;
- gelast dat de Inspecteur aan belanghebbende het door deze ter zake van de behandeling van het beroep bij de Rechtbank en het hoger beroep bij het Hof betaalde griffierecht ten bedrage van, in totaal, € 169 vergoedt;
- veroordeelt de Inspecteur in de kosten van het bezwaar aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op in totaal € 246; en
- veroordeelt de Inspecteur in de kosten van het geding bij de Rechtbank en het Hof aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op, in totaal, € 2.021,50.