In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 7 november 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep. De appellant, die in eerste aanleg als eiser optrad, had een schuldsanering toegewezen gekregen nog voordat het eindvonnis in de eerste aanleg was gewezen. Dit leidde tot de vraag of artikel 27 van de Faillissementswet (Fw) rechtstreekse werking heeft in het hoger beroep. Het hof oordeelde dat, hoewel de schuldsanering was toegepast, de wederpartij van de appellant dezelfde bevoegdheid heeft als de appellant in artikel 27 Fw wordt toegekend, wanneer de saniet zelf in hoger beroep komt. De bewindvoerder van de appellant was opgeroepen, maar heeft het geding niet overgenomen, wat leidde tot het verzoek van de geïntimeerde om ontslag van instantie. Het hof heeft geoordeeld dat de vordering tot ontslag van instantie toewijsbaar is, omdat de belangen van de geïntimeerde bij beëindiging van de procedure zwaarder wegen dan die van de appellant bij voortzetting. Het hof heeft de geïntimeerde dan ook ontslagen van instantie.