Uitspraak
7.De beschikking d.d. 15 december 2016
- Welke mogelijkheden en belemmeringen ziet de raad voor gezamenlijk ouderlijk gezag over [de minderjarige] en wat acht de raad nodig om eventuele belemmeringen weg te nemen? Wat adviseert de raad ten aanzien van het gezag?
- Welke mogelijkheden en belemmeringen ziet de raad ten aanzien van een omgangsregeling/zorgregeling en wat acht de raad nodig om eventuele belemmeringen weg te nemen? Acht de raad het in het belang van [de minderjarige] dat er omgang/contact komt met de vader en zo ja, hoe kan de omgang/het contact tussen de vader en [de minderjarige] het beste worden opgestart en opgebouwd?
- Welke andere feiten en/of omstandigheden die uit het onderzoek naar voren zijn gekomen, zijn niet in voorgaande vragen aan de orde gesteld en zijn wel van belang om te vermelden?
8.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
9.De verdere beoordeling
- het verzoek van de moeder ten aanzien van het gezag af te wijzen en het gezamenlijk gezag in stand te laten;
- het verzoek van de moeder in hoger beroep om het inleidende verzoek van de vader tot het vaststellen van een zorgregeling alsnog af te wijzen, in te willigen en geen contactregeling vast te stellen.
Indien de moeder niet met het verzoek instemt, wordt het verzoek ingevolge artikel 1:253c lid 2 BW slechts afgewezen indien:
a. er een onaanvaardbaar risico is dat het kind klem of verloren zou raken tussen de ouders en niet te verwachten is dat hierin binnen afzienbare tijd voldoende verbetering zou komen, of
b. afwijzing anderszins in het belang van het kind noodzakelijk is.