In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 9 februari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van de schuldsaneringsregeling van de appellante. De rechtbank Limburg had op 15 november 2016 geoordeeld dat de appellante toerekenbaar tekortgeschoten was in haar verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling, waardoor haar geen 'schone lei' werd verleend. De appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat haar tekortkomingen niet zo ernstig waren dat beëindiging zonder schone lei gerechtvaardigd was. Tijdens de mondelinge behandeling op 1 februari 2017 is de appellante bijgestaan door haar advocaat en is er ook een persoonlijk begeleider en een bewindvoerder gehoord. Het hof heeft vastgesteld dat de appellante gedurende de schuldsanering niet altijd aan haar informatieplicht heeft voldaan, maar dat er bijzondere omstandigheden waren die deze tekortkomingen in een ander licht plaatsen. Het hof heeft geoordeeld dat de tekortkomingen gezien hun bijzondere aard of geringe betekenis buiten beschouwing moeten blijven. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de appellante alsnog de 'schone lei' verleend, waarmee de toepassing van de schuldsaneringsregeling eindigt na het verbindend worden van de slotuitdelingslijst.