Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[Holding] Holding B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
[geïntimeerde 2] ,wonende te [woonplaats] ,
5.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 19 september 2017;
- de comparitie van partijen van 28 september 2017;
- de bij brief van 25 september 2017 door [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] toegezonden producties, die zij bij de comparitie bij akte in het geding hebben gebracht;
- de bij fax van 27 september 2017 door [appellante] toegezonden producties, die zij bij de comparitie bij akte in het geding heeft gebracht.
6.De verdere beoordeling
Mogelijke uitkoop mede vennoot’, p. 4 van het rapport) en ook niet is gebaseerd op gegevens over het gebruik van de bedrijfspanden door [vennootschap] [X] B.V.. Ook rekening houdend met de overige financiële verwikkelingen tussen [appellante] en [geïntimeerde 2] (en [derde 3] ), is nader feitenonderzoek en mogelijk bewijslevering nodig, waarvoor in kort geding in beginsel geen plaats is.