Blijkens zijn commentaar kan [appellant] zich met het deskundigenrapport niet verenigen, maar dat doet het hof niet twijfelen aan de deskundigheid van de deskundige of de deugdelijkheid van het verrichte deskundigenonderzoek. Ook voor zover [appellant] de deskundige een tunnelvisie verwijt, vormt dat geen aanleiding om de door de deskundige gerapporteerde bevindingen of conclusies onjuist te achten. Het rapport is zowel naar de wijze van tot stand komen als naar inhoud in overeenstemming met de aan een onafhankelijk deskundigenrapport te stellen eisen en komt het hof ook overtuigend voor.
Op basis van dat rapport staat voor het hof vast dat de bewuste -door tandarts [tandarts 2] beschreven- schade aan het gebit van [appellant] niet in zodanig verband staat met de door [geïntimeerde] op 4 oktober 2006 gegeven klap op zijn mond, dat het [geïntimeerde] als een gevolg daarvan is toe te rekenen en voor vergoeding in aanmerking komt. Voor zover dat causale verband volgens de deskundige hooguit de tanden 1.2 en 2.2 zou kunnen betreffen, spreekt de deskundige met betrekking tot tand 2.2 ook zelf van een:
magere argumentatieen:
het twijfelachtig versnelde verlies van tand 2.2.
Wat betreft de in 2012 uitgevoerde wortelkanaalbehandeling en reparatie van tand 1.2 oordeelt het hof op grond van het rapport het verband met die klap daarvoor te onzeker. Voor zover de door tandarts [tandarts 2] beschreven schade aan het gebit van [appellant] volgens de deskundige ook zonder de door [geïntimeerde] op 4 oktober 2006 gegeven klap zou zijn ontstaan, valt die schade [geïntimeerde] in ieder geval niet althans onvoldoende als een gevolg daarvan toe te rekenen en komt dat ook niet voor vergoeding door [geïntimeerde] in aanmerking.
Dat [appellant] zegt daarover eerder nooit door zijn behandelend tandarts, orthodontist of kaakchirurg te zijn geïnformeerd en [appellant] zegt destijds ook geen pijnklachten te hebben ondervonden, doet niet af aan de door de deskundige gerapporteerde vaststelling dat bij het gebit van [appellant] al vóór 4 oktober 2006:
(…) sprake was van een, voor de leeftijd van een 28-jarige man, ernstige vorm van “paradontaal verval” (dwz verlies van ondersteunende tandweefsels zoals tankas-bot) in de bovenkaak, die het gevolg is van chronische parodontitis. (…) Het kenmerk van een parodontitis is, dat deze ten hoogste kan worden “gearresteerd”, dwz tot staan gebracht, maar in het algemeen progressief is. Eenmaal door parodontitis verloren gegaan ondersteunend tandweefsel, herstelt nooit meer spontaan.
De deskundige concludeert in zoverre ook:
In de jaren voorafgaande aan de klap waren er al harde aanwijzingen voor het al bestaan van ernstig verval ondersteunende weefsels, dat wil zeggen een ernstig “parodontaal verval” ten gevolge van een ernstige “parodontitis” in een groot deel van de bovenkaak.