Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.de vennootschap onder firma
[appellant 2] ,wonende te [woonplaats] ,
[appellante 3] ,wonende te [woonplaats] ,
1.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 14 maart 2017;
- het proces-verbaal van getuigenverhoor en comparitie van 9 juni 2017;
- de memorie na heropend getuigenverhoor van de zijde van [appellanten] van 11 juli 2017;
- de antwoordmemorie van [geïntimeerde] van 8 augustus 2017 met zeven bijlagen.
2.De verdere beoordeling
- [appellant 2] (partijgetuige);
- de heer [voorheen directeur van de inmiddels gefaillieerde vennootschap] , voorheen directeur van het inmiddels gefailleerde bedrijf [de vennootschap] ;
- de heer [oud-werknemer] , een oud-werknemer van [appellanten] ;
- de heer [een zakelijk contact] , een zakelijk contact van zowel [appellanten] , [geïntimeerde] als [voorheen directeur van de inmiddels gefaillieerde vennootschap] .
- [geïntimeerde] (partijgetuige);
- de heer [schoonvader van geintimeerde] , de schoonvader van [geïntimeerde] .
als [de vennootschap] dat niet zou doen. Daaruit blijkt dat hij er op dat moment nog steeds van uitging dat [de vennootschap] de opdrachtgever van [appellanten] zou zijn.
3.De uitspraak
- veroordeelt [geïntimeerde] tot betaling van een bedrag van € 6.373,64, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van 1 januari 2014 tot de dag van voldoening;
- veroordeelt [geïntimeerde] in de proceskosten van de eerste aanleg en het hoger beroep, en begroot die kosten tot op heden aan de zijde van [appellanten] op € 84,52 aan dagvaardingskosten, op € 462,00 aan griffierecht en op € 500,00 aan salaris advocaat in eerste aanleg en op € 84,52 aan dagvaardingskosten, op € 711,00 aan griffierecht, op € 590,00 aan getuigentaxen en op € 1.896,00 aan salaris advocaat voor het hoger beroep;
- verklaart de beslissing tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst het meer of anders gevorderde af.