ECLI:NL:GHSHE:2017:4603

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
24 oktober 2017
Publicatiedatum
24 oktober 2017
Zaaknummer
200.120.854_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Verwijzing na Hoge Raad
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deskundigenonderzoek in civiele procedure na verwijzing door de Hoge Raad

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een hoger beroep na verwijzing door de Hoge Raad. De zaak is aanhangig gemaakt door M.E. Beheer B.V. en andere appellanten tegen Weva Consultants B.V. en andere geïntimeerden. De procedure is voortgezet na eerdere tussenarresten van het hof, waarin een deskundigenonderzoek was gelast. Het hof heeft op 24 oktober 2017 een tussenuitspraak gedaan waarin het de voortgang van het deskundigenonderzoek heeft besproken. De deskundige, mr. drs. P.A. van Steensel, heeft aangegeven dat het onderzoek meer tijd vergt dan aanvankelijk ingeschat. Hij heeft een aanvullend voorschot van € 9.300,-- aangevraagd om de kosten van het onderzoek te dekken. Het hof heeft besloten dat beide partijen elk de helft van dit bedrag moeten betalen. De zaak is vervolgens verwezen naar de rol van 9 januari 2018 in afwachting van het deskundigenbericht. Het hof heeft verder bepaald dat de deskundige het onderzoek zal voortzetten zodra het aanvullend voorschot is ontvangen. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 24 oktober 2017.

Uitspraak

GERECHTSHOF ‘s-HERTOGENBOSCH
Sector civiel recht
zaaknummer 200.120.854/01
arrest van 24 oktober 2017
in de zaak van

1.M.E. Beheer B.V.,

2.
Stichting Administratiekantoor M.E. Beheer,
3.
Embo Vastgoed B.V.,
4.
[appellante 4],
5.
[appellante 5],
appellanten 1, 2 en 3 gevestigd te [vestigingsplaats] , appellante 4 wonende te [woonplaats] , appellante 5 wonende te [woonplaats] ,
appellanten,
advocaat: mr. M.J. Elkhuizen te Amsterdam,
tegen

1.[geintimeerde 1] ,

2.
Weva Consultants B.V.,
3.
[geintimeerde 3],
4.
Bo-Investex N.V.,
geïntimeerden 1 en 2 wonende respectievelijk gevestigd te [vestigingsplaats] , geïntimeerde 3 wonende te [woonplaats] (België) en geïntimeerde sub 4 gevestigd te [woonplaats] (België),
geïntimeerden,
advocaat: mr. Y. Wehrmeijer te Amsterdam,
als vervolg op de door het hof gewezen tussenarresten van 24 november 2015 en 26 juli 2016 in het geding na verwijzing door de Hoge Raad bij onder zaaknummer 10/01072 gewezen arrest van 14 oktober 2011, waarbij is vernietigd het arrest van het hof Arnhem van
10 november 2009, gewezen onder zaaknummer 200.008.617, in hoger beroep van het vonnis van de rechtbank Zutphen van 21 mei 2008, gewezen onder zaaknr/rolnr. 82567 / HA ZA 06-1497.
Het hof zal de nummering van voormeld tussenarrest van 26 juli 2016 voortzetten.

9.Het tussenarrest van 26 juli 2016

9.1
Bij genoemd arrest heeft het hof bepaald dat er een deskundigenonderzoek zal worden verricht door de heer mr. drs. P.A. van Steensel te [kantoorplaats] , de heer drs. P. Hoiting te [kantoorplaats] en de heer mr. ing. A.C.M.M. van Heesbeen te [kantoorplaats] .
9.2
Verder is bepaald dat het voorschot van € 32.920,-- ten laste van beide partijen komt. De termijn van inzending van de rapporten van de deskundigen is bepaald op drie maanden nadat de griffier de ontvangst van het voorschot heeft bericht. Iedere verdere beslissing is aangehouden.

10.Het verdere verloop van de procedure en de verdere beoordeling

10.1
Partijen hebben elk op 3 augustus 2016 een voorschot van € 16.430,-- op de aangegeven wijze voldaan.
10.2
Deskundige Van Steensel heeft bij brief van 18 september 2017 aan de griffier van het hof bericht dat de werkzaamheden omvangrijker zijn gebleken dan tevoren was ingeschat. De deskundige stelt dat hij voor de bestudering van aanvullende informatie, de verwerking daarvan in het uiteindelijke concept rapport en het uitbrengen van het definitieve rapport nog circa 14¼ uur denkt nodig te hebben en verwacht dat een aanvullend voorschot van € 9.300,-- toereikend zal zijn voor de totale bestede en nog te besteden tijd. De deskundige verzoekt een aanvullend voorschot van voormelde omvang te bepalen.
10.3
Op 20 september 2017 heeft de griffier van het hof de brief van 18 september 2017, waarin de deskundige een aanvullend voorschot vraagt, doorgezonden aan de advocaten van partijen en partijen in de gelegenheid gesteld binnen een termijn van veertien dagen te reageren op deze verhoging.
10.4
Mr. M.J. Elkhuizen heeft bij brief van 4 oktober 2017 bericht dat geen bezwaar bestaat tegen betaling van het aanvullende voorschot, mits Van Steensel om een nieuw voorschot zal vragen indien het kunnen doen van een gedegen onderzoek hiertoe noopt.
10.5
Het hof zal beslissen zoals in het dictum is bepaald.
10.6
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

11.De uitspraak

Het hof:
bepaalt dat voor de kosten van de deskundige een aanvullend voorschot dient te worden voldaan van € 9.300,-- inclusief btw;
bepaalt dat elk van partijen de helft van genoemd aanvullend voorschot van € 9.300,--, derhalve € 4.650,--, zal overmaken binnen veertien (14) dagen na ontvangst van de nota met betaalinstructies die door het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak zal worden verzonden;
bepaalt dat deskundige Van Steensel het onderzoek verder zal voortzetten nadat de griffier heeft bericht dat het aanvullend voorschot is ontvangen;
verzoekt de deskundige, indien zijn kosten het aanvullend voorschot te boven mochten gaan, het hof daarover tijdig in te lichten;
verwijst de zaak naar de rol van 9 januari 2018 in afwachting van het deskundigenbericht;
bepaalt dat de griffier van dit hof een afschrift van dit arrest aan deskundige Van Steensel zal toezenden;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. O.G.H. Milar, J.R. Sijmonsma en M.G.W.M. Stienissen en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 24 oktober 2017.
griffier rolraadsheer