ECLI:NL:GHSHE:2017:4584
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake uithuisplaatsing van minderjarige in het kader van de jeugdbescherming
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de moeder van een minderjarige, die onder toezicht staat van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering. De moeder heeft in eerste aanleg verzocht om de bestreden beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, die een machtiging tot uithuisplaatsing van haar kind heeft verleend, te vernietigen. De rechtbank had de uithuisplaatsing goedgekeurd met ingang van 7 augustus 2017, maar de moeder is het hier niet mee eens en heeft hoger beroep aangetekend. De mondelinge behandeling vond plaats op 17 oktober 2017, waarbij de moeder en de GI zijn gehoord. De Raad voor de Kinderbescherming is niet verschenen.
Het hof heeft de argumenten van de moeder en de GI overwogen. De moeder stelt dat de machtiging tot uithuisplaatsing is verleend op basis van aannames en dat er onvoldoende onderzoek is gedaan naar haar opvoedkwaliteiten. De GI daarentegen stelt dat de moeder niet aan de gestelde doelen heeft voldaan en dat de uithuisplaatsing noodzakelijk is voor de ontwikkeling van de minderjarige. Het hof concludeert dat de GI onvoldoende heeft gedaan om de spanningen tussen de ouders te verminderen en dat er positieve ontwikkelingen zijn in de situatie van de moeder. Het hof oordeelt dat de uithuisplaatsing op dit moment niet in het belang van de minderjarige is en vernietigt de bestreden beschikking. Het verzoek van de GI tot machtiging uithuisplaatsing wordt afgewezen.