ECLI:NL:GHSHE:2017:4566
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- A.P. Zweers-van Vollenhoven
- R.R.M. de Moor
- P.J.M. Bongaarts
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging van de weigering tot toelating tot de schuldsaneringsregeling wegens niet te goeder trouw zijn ten aanzien van schulden in de vijf jaar voorafgaand aan het verzoek
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 19 oktober 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering van de rechtbank Limburg om de appellant toe te laten tot de schuldsaneringsregeling. De appellant had verzocht om toelating tot de schuldsanering, maar de rechtbank had dit verzoek afgewezen op grond van artikel 288 lid 1 aanhef en sub b van de Faillissementswet (Fw). De rechtbank oordeelde dat de appellant niet te goeder trouw was geweest ten aanzien van het ontstaan van zijn schulden in de vijf jaar voorafgaand aan zijn verzoek. De appellant had een aanzienlijke schuldenlast van € 126.410,90, waaronder een ontnemingsvordering van € 26.574,81 die voortvloeide uit een strafrechtelijke veroordeling voor het hebben van een hennepplantage. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen, waaronder het feit dat de ontnemingsvordering onherroepelijk was geworden binnen de vijf jaar voor het verzoek om schuldsanering. Het hof heeft geoordeeld dat de rechtbank terecht had vastgesteld dat de appellant niet te goeder trouw was geweest en dat er geen voldoende aannemelijkheid was dat hij in staat zou zijn om zijn schulden te voldoen. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bekrachtigd, waarmee de weigering tot toelating tot de schuldsaneringsregeling is bevestigd.