2.1.Bij beroepschrift met producties, ingekomen ter griffie op 22 augustus 2016, heeft de vrouw verzocht voormelde beschikking te vernietigen voor zover het betreft de door de man te betalen bijdrage in het levensonderhoud van de vrouw (hierna ook: partneralimentatie) en voor zover het betreft de beslissing van de rechtbank met betrekking tot de verdeling van de woning, de auto en een lening van de ouders van de vrouw, en in zoverre opnieuw rechtdoende:
1. te bepalen dat de man vanaf de dag dat de beschikking is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand, 12 augustus 2016, € 1.346,- netto per maand dient bij te dragen in de kosten van het levensonderhoud van de vrouw, althans een zodanig hogere of lagere bijdrage als het hof juist acht;
Uitsluitend voor zover uw Hof de overwegingen en beslissingen van de rechtbank ten aanzien van de gemeenschappelijke niet-inboedelgoederen beschouwt als een deelbeschikking zodat tussentijds beroep openstaat:
II. de man te veroordelen om binnen één week na betekening van de in deze te wijzen beschikking de overeenkomst tot opdracht te tekenen, waarbij toestemming wordt gegeven
aan een door de vrouw aan te wijzen makelaarskantoor om de echtelijke woning, staande en
gelegen aan het adres [adres] te ( [postcode] ) [plaats] , voor de door de
makelaar geadviseerde vraagprijs te koop aan te bieden, waarbij geldt dat de door deze
makelaar gemaakte kosten voor de helft voor de man zullen worden voldaan;
III. de man te veroordelen om ingeval een koopovereenkomst tot stand is gekomen ter zake de verkoop van de hiervoor onder II vermelde woning deze koopovereenkomst binnen één week na ontvangst van het verzoek daartoe van de makelaar te ondertekenen;
IV. de man te veroordelen om, ingeval een koopovereenkomst tot stand is gekomen ter zake de hiervoor onder II vermelde woning het transport hiervan dient plaats te vinden bij de door de kopers ingeschakelde notaris, op een door de notaris aangegeven tijdstip te verschijnen
- waarbij de man door de notaris uiterlijk één week voor de voorgestelde transportdatum
schriftelijk zal zijn uitgenodigd- en de notariële akte van levering te ondertekenen;
V. te bepalen dat de man indien hij in gebreke blijft met nakoming van één of meer van de
handelingen hiervoor onder II t/m IV vermeld, de vrouw wordt gemachtigd om namens de
man de opdracht aan de makelaar, de koopovereenkomst en de transportakte te tekenen;
VI. de man te veroordelen om de makelaar en potentiële kopers op eerste afroep toegang te
verschaffen tot de hiervoor onder II vermelde woning, waarbij de man verplicht is ‘als een
goed huisvader’ er voor zorg te dragen dat de woning netjes en ordentelijk is opgeruimd, dit
- zo nodig- ter beoordeling door de makelaar;
VII. de man te veroordelen tot betaling van een dwangsom van € 1.000,- aan de vrouw voor
iedere dag dat hij niet (volledig) voldoet aan hetgeen hiervoor is opgenomen onder II t/m VI,
VIII. althans een zodanige beslissing te nemen, in ieder geval inhoudende dat verkoop van de
hiervoor onder II vermelde woning op korte termijn zonder dat daaraan door de man opnieuw voorwaarden worden verbonden, te realiseren;
IX. de man te veroordelen om, na transport van de woning, zijn aandeel in de restschuld aan de ouders van de vrouw te voldoen uit zijn helft van de overwaarde op de hiervoor onder II
vermelde woning;
X. de waarde van de auto per peildatum vast te stellen op € 28.684,- en te bepalen dat dit bedrag bij helfte tussen partijen dient te worden verdeeld of verrekend, althans op dit punt een zodanige beslissing te nemen die het hof juist acht;
XI. de schuld aan de ouders van de vrouw, aangegaan voor een vakantie naar Griekenland, per peildatum vast te stellen op € 1.225,17 en te bepalen dat de man de helft van dit bedrag dient te voldoen, althans op dit punt een zodanige beslissing te nemen die het hof juist acht.
Bij de hierna te brief van 26 april 2017 van de advocaat van de vrouw aan het hof heeft de vrouw haar verzoek vermeerderd en verzocht te bepalen dat de man aan de vrouw met ingang van 12 augustus 2017 tot aan de datum waarop de woning aan een derde of aan de man is geleverd, een bedrag van de helft van 4% van een twaalfde deel van de overwaarde per maand zal betalen als vergoeding voor het gebruik van de echtelijke woning, althans met ingang van een datum en met een percentage van de overwaarde als het hof juist acht.