Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
[de maatschap] ,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/02/270997/HA ZA 13-765)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaardingen in hoger beroep;
- de memorie van grieven (met vijf producties);
- het pleidooi, waarbij beide partijen pleitaantekeningen hebben overgelegd;
3.De beoordeling
“(…) Zoals (...) wel weten (denk ik) ben ik al sinds ‘jaar en dag’ de huisadvocaat van [Projectontwikkeling] . Dat betekent dat ik op grond van het gedragsrecht voor advocaten geen zaak kan aannemen tegen [Projectontwikkeling] (…). [Projectontwikkeling] is echter ook een bevriende relatie van [appellante] bedrijven. Wat ik dus wel zou kunnen is voor beide partijen de contractvormen die nodig zijn bepalen, eventuele concepten opstellen en voor wat betreft de inhoud van de zaak bemiddelen. Maar dan moeten beide partijen daarmee wel tevoren instemmen. Graag verneem ik of (..) ermee instemt dat ik een bemiddelende rol in deze aanneem. (…) Indien (..) instemt dan zal ik [Projectontwikkeling] benaderen met de vraag of zij ook instemmen zodat ik een advies kan geven dat naar beide partijen transparant zal zijn. (..) ”
“akkoord bemiddeling, [geïntimeerde sub 2][ [geïntimeerde sub 2] ]
neutraal”. In dit gesprek is aan de orde gekomen dat een tweede hypotheekrecht als zekerheid gesteld kon worden.
“• Art. 3.1. geeft aan dat er 2e hypotheek op de thans nog niet aan derden verkochte gronden aan [appellante] [ [appellante] ]wordt verstrekt.• In art. 3.5 wordt gesproken dat bij verkoop eerst de totale schuld aan de bank (1e hyp) wordt betaald.Onze vraag is nu: hoeveel stukken grond zijn er nog onverkocht en hoeveel stukken van deze grond dienen nog verkocht te worden om de huidige 1e hypotheekhouder (de bank) te betalen, zodat [appellante] voor de overige stukken 1e hypotheekhouder kan worden.Door u werd in ons gesprek zelf reeds aangegeven dat de essentie van het geheel is: de gelden/garanties van [appellante] dienen beschermd te zijn bij faillissement. Hiervan vinden wij naar onze mening niets terug in de genoemde concept garantieovereenkomst.”
Naar aanleiding van je onderstaande e-mailbericht van eerder vandaag stuur ik je deze mail van de controller van [Projectontwikkeling] door. Hieruit blijkt de verhouding tussen de bankschuld aan de 1e hypotheekhouder en de zekerheid uit de onverkochte grondaandelen. (…)Verder kan ik je ter beantwoording melden dat een recht van hypotheek (of dat nu een 1e of 2e recht is) kan worden uitgewonnen ongeacht of er van een faillissement sprake is. Die mogelijkheid van parate executie is juist de kracht van een hypotheekrecht. Dit bepaalt de wet, dus daar hoeft m.i. verder niets over in de overeenkomst geregeld te worden.(…)”
“Is de le hypotheek alleen verbonden aan dit project, of loopt die b.v. ook als zekerheid voor andere zaken binnen [Projectontwikkeling] ??Hoe zwaar is dit eerste recht?? Geeft [Projectontwikkeling] hierin inzicht??Belangrijk om te weten of een 2e hypotheek wel zin heeft n.l. het bedrag dient€ 2.000.000,= (garantie + het werk) af te zekeren.”
“Inmiddels besprak ik de reactie van jullie kant met [commercieel directeur bij Projectontwikkeling][hof: commercieel directeur bij [Projectontwikkeling] ]
. Zijn opmerkingen heb ik verwoord in bijgevoegd document waarvan de inhoud voor zich zou moeten spreken. Mag ik weer van jullie vernemen?”
“(…) Ten aanzien van alle zaken die verband houden met de eerste hypotheek is [Projectontwikkeling] bereid volledige inzage aan [appellante] te verlenen. [Projectontwikkeling] merkt op dat geen sprake is van een verbondenheid van de hypotheek van meer of andere schulden dan direct verbandhoudende met het Project [project] . Er is geen cross default bepaling. [Projectontwikkeling] stelt voor om deze stukken samen met [appellante] zo spoedig mogelijk door te nemen. (…) Het is juist dat de bankgarantie ook geldt voor werkzaamheden waarop [appellante] geen grip heeft. De omvang dient echter gezien het vorenstaande nog te worden bezien. Hierin is juist de ratio gelegen om sluitende tegen zekerheid te stellen door [Projectontwikkeling] aan [appellante] voor het stellen van de bankgarantie. (…)”
“(..) Zoals telefonisch is gemeld hebben wij vanmiddag een constructief gesprek gehad met [appellante] . Hierbij zijn de volgende afspraken gemaakt: (…) Graag ontvang ik de aangepaste concept garantie overeenkomst as vrijdag, zodat we de voorgenoemde planning kunnen nakomen. (..)”
“Nog door te voeren op- en aanmerkingen op de garantieovereenkomst en hypotheekakte, (..) [Projectontwikkeling] dient ervoor te zorgen (is verplicht) dat de 1e hypotheekhouder per 1 oktober 2010 is afgelost. (..) ”Onder die vraag is als reactie vermeld:
“We kunnen zolang we geen bankgarantie hebben niks verkopen (we krijgen immers geen vergunning van de Gemeente [gemeente] ). Op 1 september wordt de bouwvergunning afgegeven als wij aan onze verplichtingen hebben voldaan, Daarna kunnen onze kopers pas naar de notaris. De woningbouwvereniging [woningbouwvereniging] neemt pas af op het moment dat de bouwvergunning onherroepelijk is. Dus 6 weken na afgifte bouwvergunning. Al met al zullen wij niet voor 1 oktober 2010 hebben kunnen aflossen. Mijn voorstel is deze datum te verplaatsen naar 1 december2010.”
“1. [Projectontwikkeling] zal uiterlijk 10 augustus 2010 ten behoeve van [appellante] een tweede recht van hypotheek notarieel doen vestigen op de gronden waarop de bebouwing zal worden gerealiseerd (…)3. Het recht van hypotheek zal strekken tot zekerheid van het verhaal van al hetgeen [appellante] uit hoofde van deze garantieovereenkomsten/of de aannemingsovereenkomst op enig moment opeisbaar van [Projectontwikkeling] te vorderen heeft, zulks tot en maximum van € 2 mio. in hoofdsom (..)5. (…) [Projectontwikkeling] is daartegenover gehouden om de opbrengsten die door haar worden gegenereerd (…) zoveel mogelijk aan te wenden ter inlossing van de totale schuld aan de bank die het recht van eerste hypotheek houdt zodat op andere (onverkochte) grondaandelen [appellante] zo spoedig mogelijk een eerste recht van hypotheek verwerft. De eerste hypotheekhouder zal volgens [Projectontwikkeling] zo spoedig mogelijk zijn voldaan. Uiterlijke datum 1 december 2010, bij een latere betaling door woningbouwvereniging [woningbouwvereniging] zullen partijen met elkaar in overleg treden.6. Indien de hypotheekrechten als vernoemd in voorgaande artikelleden in waarde geheel of gedeeltelijk niet meer strekken tot afdoende zekerheid van verhaal van een hoofdsom van € 2 mio., dan is [Projectontwikkeling] gehouden terstond aan [appellante] vervangende zekerheden af te geven, in beginsel in de vorm van hypotheekrechten zoals op de gronden behorende tot het project van [Projectontwikkeling] “ [project 2] ” te [plaats 2] .
uit welken anderen hoofde ookvan [Projectontwikkeling] te vorderen had (hypotheekakte bank op het project d.d. 22 december 2005, prod. 16 cvr).
- dat een advocaat voor onjuist handelen of een onjuist advies eerst aansprakelijk is als hem een normschending kan worden verweten en dat daarvan sprake is indien in de gegeven omstandigheden een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot anders zou hebben gehandeld respectievelijk het betreffende advies niet zou hebben gegeven (r.o. 3.4 vs);
De vraag of [geïntimeerde] [appellante] expliciet heeft gezegd dat de voorgestelde concept garantie overeenkomst geen absolute zekerheid zou bieden maar slechts een zekerheid die afhankelijk was van wat de bank onder het eerste recht van hypotheek zou kunnen verhalen, is niet relevant nu dit [appellante] blijkens haar vraagstelling (gerelateerd in r.o. 3.1.1 onder l) ook zonder uitdrukkelijke waarschuwing daarvoor van de zijde van [geïntimeerde] duidelijk was. Een eventueel ontbreken van een dergelijke mededeling heeft derhalve niet tot een onvoldoende inzicht van [appellante] op dat punt geleid.
4.De uitspraak
M.J. Pesch en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 17 oktober 2017.