3.12.Op [beveiligingstechniek] rust de bewijslast ten aanzien van het bestaan van deze dringende reden. Anders dan [beveiligingstechniek] stelt, leest het hof in het gespreksverslag van 13 mei 2016 en in de transcripties geen uitdrukkelijke erkenning van [appellant] dat hij in werktijd werkzaamheden voor PS Recruitment heeft verricht. Daarbij laat het hof meewegen dat [appellant] heeft gesteld dat hij tijdens dit gesprek onder druk is gezet. Volgens [appellant] is hij door drie man sterk een uur lang onderworpen aan een ondervraging, werden allerlei beschuldigingen geuit en voelde hij zich geïntimideerd. Dat laatste hing niet alleen samen met de dwingende sfeer waarin het gesprek plaatsvond maar had ook te maken met een aantal woede-uitbarstingen van een van de ondervragers, aldus [appellant] . Op basis van alleen een transcriptie van het gevoerde gesprek valt deze stelling van [appellant] niet, althans onvoldoende, te beoordelen..
Voor de beantwoording van de vraag of [beveiligingstechniek] niettemin dat bewijs heeft geleverd, acht het hof de volgende feiten en omstandigheden van belang:
- met ingang van 1 juli 2015 (registratiedatum 24 juni 2015) is de onderneming Personal Selection Recruitment (hierna PS Recruitment) ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Eigenaar is [appellant] . De onderneming heeft blijkens het handelsregister één werkzame persoon, haar activiteit was werving & selectie (arbeidsbemiddeling), haar bezoekadres is [adres] te [vestigingsplaats] ;
- tijdens het sollicitatiegesprek van [appellant] met [beveiligingstechniek] is gesproken over diens nevenwerkzaamheden. [appellant] heeft toen aangegeven dat hij mede-eigenaar was van een door zijn broer gerunde cafetaria, dat deze cafetaria ging sluiten maar dat niet zeker was of sluiting vóór de datum van indiensttreding (1 augustus 2015) zou plaatsvinden; [appellant] heeft niet gesproken over het feit dat hij PS Recruitment had ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. [appellant] heeft ter zitting in hoger beroep als reden voor het niet noemen van deze nevenactiviteit/onderneming aangegeven dat de onderneming op dat moment feitelijk een lege huls was. Het hof merkt echter op dat ten tijde van de indiensttreding van [appellant] bij [beveiligingstechniek] niet alleen de onderneming was ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel, maar dat zij onweersproken ook al beschikte over een gehuurd bezoekadres;
- [appellant] is bij [beveiligingstechniek] op 1 augustus 2015 in dienst getreden als vertegenwoordiger, een ‘buitendienst’ functie (zie art. 1 van de arbeidsovereenkomst en ook inleidend verzoekschrift van [appellant] onder nr. 1). De overeengekomen werktijd was van maandag t/m vrijdag van 8:30 tot 17:00 uur (zie art. 3 van de als productie 1 bij inleidend verzoekschrift overgelegde arbeidsovereenkomst).Uitgangspunt was dat [appellant] op maandag en vrijdag werkzaam was op het kantoor van [beveiligingstechniek] , met name om orders uit te werken (zoals [appellant] tijdens de zitting in hoger beroep heeft aangegeven). Op dinsdag, woensdag en donderdag diende hij in beginsel als vertegenwoordiger voor [beveiligingstechniek] op pad te gaan;
- uit de door [beveiligingstechniek] als productie 2 overgelegde gegevens, die niet althans onvoldoende gemotiveerd betwist zijn door [appellant] , blijkt dat [appellant] in de weken 16, 17 en 18 van 2016 op de volgende data en tijdstippen tijdens de met [beveiligingstechniek] overeengekomen werktijden heeft verbleven op het bezoekadres van zijn eigen onderneming:
- 19 april: vrijwel gehele dag op het adres [adres] ;
- 21 april: alleen thuis verbleven en op het adres [adres] ;
- 26 april: halve dag op het adres [adres] ;
- 3 mei: hele dag op het adres [adres] ;
- 4 mei: hele dag op het adres [adres] .
- [beveiligingstechniek] heeft als productie 9 bij verweerschrift in hoger beroep een overzicht van de GPS-registratie van de bedrijfsauto van [appellant] overgelegd. [beveiligingstechniek] stelt onder verwijzing naar dat overzicht dat [appellant] in een periode van negen maanden op dinsdagen, woensdagen en donderdagen tijdsens werktijd in totaal minimaal 137 uur op het [adres] heeft verbleven. [appellant] heeft in hoger beroep betwist dat die gegevens afkomstig zijn van (de cartracker) van de bedrijfsauto van [appellant] . Het had, gelet op de inhoud van de overgelegde gegevens op de weg van [appellant] gelegen om die betwisting nader te motiveren. Bij gebreke van iedere verdere motivering gaat het hof aan die betwisting voorbij en uit van de juistheid van het door [beveiligingstechniek] overgelegde overzicht;
- [appellant] heeft ter zitting in hoger beroep erkend dat hij tijdens het gesprek op 13 mei 2016 in strijd met de waarheid heeft aangegeven dat PS Recruitment slechts een onderneming van een vriend was. Ter zitting in hoger beroep heeft hij aangegeven dat hij de onderneming zelf heeft opgericht en dat die vriend alvast met werkzaamheden wilde opstarten en dat hij de vriend daar ook al bij ondersteunde, zij het niet tijdens werktijden voor [beveiligingstechniek] ;
- [beveiligingstechniek] heeft voorts onder meer aangevoerd dat [appellant] tijdens werktijd cliënten van PS Recruitment heeft bezocht, onder wie FMJ Group te [vestigingsplaats] en Merford te [vestigingsplaats] . Dat [appellant] deze bedrijven heeft bezocht op respectievelijk 11 december en 3 november 2015 blijkt aldus [beveiligingstechniek] uit de GPS-registratie. [beveiligingstechniek] heeft als productie 12 bij verweerschrift in hoger beroep screenshots overgelegd van gelijkluidende vacatureteksten op de website van PS Recruitment en FMJ Group. Als productie 15 heeft [beveiligingstechniek] een screenshot overgelegd van de vacature waarvoor PS Recruitment door Merford is ingezet. Tenslotte heeft [beveiligingstechniek] als productie 12 en 14 de betreffende door [appellant] ingevulde weekstaten overgelegd waarop geen van beide bedrijven als door hem bezocht is vermeld. [appellant] erkent dat hij FMJ Group op enig moment heeft bezocht, maar enkel ten behoeve van [beveiligingstechniek] . De betreffende vacature is, aldus [appellant] , volledig behandeld door zijn collega bij PS Recruitment. [appellant] ontkent dat hij op 3 november 2015 Merford heeft bezocht. Hij stelt op die dag enkel een beurs in [vestigingsplaats] te hebben bezocht.