Uitspraak
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het proces verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg op 23 februari 2016;
- de brief met bijlagen van de advocaat van de vrouw d.d. 11 augustus 2017.
- de man, bijgestaan door zijn advocaat en, als tolk, de heer J.R. van der Mooren, die daartoe op de bij de wet voorgeschreven wijze de belofte heeft afgelegd;
- de vrouw, bijgestaan door haar advocaat en, als tolk, de heer I. Apenit, die daartoe op de bij de wet voorgeschreven wijze de eed heeft afgelegd.
3.De feiten
- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum] 2002 te [geboorteplaats] in Polen,
- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum] 2005 te [geboorteplaats] in Polen,
- de kinderen hun hoofdverblijfplaats zullen hebben bij de vrouw;
- de man met ingang van 28 juni 2016 € 338,15 per kind per maand dient te betalen aan de vrouw als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen;
- de man € 60,- per maand dient te betalen aan de vrouw als uitkering tot levensonderhoud, met ingang van de dag van inschrijving van de beschikking tot echtscheiding in de registers van de burgerlijke stand, telkens bij vooruitbetaling te voldoen.
4.De omvang van het geschil
- de behoefte van de kinderen;
- zijn draagkracht ten behoeve van de kinder- en partneralimentatie.
5.De motivering van de beslissing
- de bestreden beschikking kan worden bekrachtigd tot 1 oktober 2017;
- de man met ingang van 1 oktober 2017 een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen aan de vrouw voldoet van in totaal € 300,- (ofwel € 150,- per kind per maand), zolang de voormalige echtelijke woning nog niet is verkocht en zolang de man de hypotheeklast van de voormalige echtelijke woning voldoet;
- het hof de kinder- en partneralimentatie die de man aan de vrouw dient te voldoen vanaf het moment dat de voormalige echtelijke woning is verkocht, berekent uitgaande van de financiële gegevens over 2015.
70% x [NBI – (0,3 NBI + 905)].
- bijstandsnorm voor een alleenstaande € 983
- minus in bijstandsnorm begrepen wooncomponent € 221
- plus ziektekosten € 135
- minus in bijstandsnorm begrepen ziektekostencomponent € 40
- plus onvoorzien € 50
- totaal € 905
6.De slotsom
7.De beslissing
- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum] 2002 te [geboorteplaats] in Polen, en
- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum] 2005 te [geboorteplaats] in Polen,