3.1.In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten:
- [geïntimeerde] en [appellante] zijn gewezen echtelieden. Tijdens het huwelijk van partijen is op [geboortedatum] 2005 de thans nog minderjarige [minderjarige] geboren.
- Bij beschikking van 18 juni 2007 (zaak-/rolnummer 86253 FA RK 07/995) heeft de rechtbank Zutphen bij wege van voorlopige voorziening bepaald dat [geïntimeerde] een bijdrage in de verzorging en opvoeding van voornoemde minderjarige van € 259,00 per maand aan [appellante] dient te betalen. De rechtbank heeft daarnaast verstaan dat [geïntimeerde] de rente en aflossing van € 832,00 per maand op de hypothecaire lening en van € 600,00 per maand op de persoonlijke lening zal betalen.
- [geïntimeerde] heeft geen uitvoering gegeven aan wat hem bij voornoemde beschikking is opgedragen en wat van hem op grond van die beschikking werd verwacht. [appellante] heeft zich vervolgens tot de voorzieningenrechter van de rechtbank Zutphen gewend. Deze heeft bij vonnis in kort geding van 5 oktober 2007 (zaak-/rolnummer 87568 / KG ZA 07-2016) bij wege van voorlopige voorziening, voor zover thans van belang, [geïntimeerde] bevolen over te gaan tot betaling van de aflossing en rente van de hypothecaire lening en de persoonlijke lening op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per maandbedrag (met een maximum van
€ 20.000,00) waarmee [geïntimeerde] achterstallig is met de betaling van voornoemde aflossing en rent. Daarnaast heeft de voorzieningenrechter [geïntimeerde] veroordeeld tot betaling aan [appellante] van elk bedrag gelijk aan het bedrag dat door de hypotheekverstrekker dan wel de kredietverstrekker bij [appellante] wordt geïnd.
- Bij beschikking van 12 december 2007 (zaak-/rolnummer 86280 FA RK 07/1006) heeft de rechtbank Zutphen de echtscheiding tussen partijen uitgesproken en, voor zover thans van belang, bepaald dat [geïntimeerde] vanaf de datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de desbetreffende registers van de burgerlijke stand een bijdrage van € 750,00 per maand in het levensonderhoud van [appellante] en een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van het minderjarige kind van partijen een bijdrage van € 400,- per maand dient te voldoen.
- De echtscheidingsbeschikking is ingeschreven in de daartoe bestemde registers van de burgerlijke stand op 26 februari 2008.
- Nadat [geïntimeerde] een betalingsachterstand heeft laten ontstaan, heeft [appellante] meerdere malen executoriaal derdenbeslag laten leggen op het loon van [geïntimeerde] , laatstelijk op 13 mei 2016 onder Roostervakschool B.V. te [vestigingsplaats] . In het beslagexploot is, voor zover thans van belang, het navolgende opgenomen:
‘(…) beslagvrije voet in euro’s:875,43 Per maand
Uit krachte van de in executoriale vorm uitgegeven grosse van een Vonnis in kort geding op
5 oktober 2007 en uit krachte van de in executoriale vorm uitgegeven grosse van een Vonnis op 18 juni 2007 door de Rechtbank te Zutphen gewezen/uitgevaardigd in de zaken van verzoekende partij als (schuld)eisers en beslagene voornoemd als gedaagde/schuldenaar, houdende veroordeling van beslagene om aan verzoekende partij te betalen de hieronder vermelde bedragen, welke executoriale titels bij exploot van 11 oktober 2007, 17 oktober 2007 aan beslagene zijn betekend met gelijktijdig bevel om binnen twee dagen nadien aan de inhoud daarvan te voldoen, waaraan geen gevolg is gegeven; (...)
(...) zulks om te komen tot verhaal van de vorderingen van verzoek(st)er op de beslagene voornoemd, tot een beloop van de navolgende bedragen:
[vordering 1]
Hoofdsom € 12.888,00
Executiekosten € 976,54
Dwangsommen€ 5.000,00
Subtotaal € 18.864,54
In mindering betaald€ 13.929,17
[vordering 2]
Hoofdsom € 18.600,91
Executiekosten € 462,99
Alimentatie tot mei 2016 € 103.764,67
Alimentatie vanaf mei 2016€ p.m.
Subtotaal € 122.828,57
In mindering betaald€ 41.472,79
Totaal generaal behoudens p.m.. € 86.291,15
Vermeerderd met de kosten van dit proces-verbaal, als hieronder vermeld
onverminderd verdere rente, en verdere reeds gemaakte en nog te maken kosten en verschotten van executie en die om daartoe te geraken, waaronder begrepen eventuele verdeelkosten en waarvan zonodig opgave zal worden verstrekt; (...).
- [appellante] heeft voornoemd beslagexploot op 3 juni 2016 aan [geïntimeerde] doen
betekenen.
-Als productie bij de conclusie van antwoord/ eis in reconventie is een recenter overzicht gevoegd, sluitende op € 90.338,78, na aftrek van hetgeen in mindering is voldaan, in totaal € 41.472,79.
- Op 14 juli 2016 heeft [geïntimeerde] een verzoek bij deze rechtbank ingediend tot limitering dan wel nihilstelling van de partneralimentatie, tot wijziging van de kinderalimentatie
en tot vaststelling dan wel wijziging van de zorg- en contactregeling. Niet is gebleken dat de rechtbank op dit verzoek reeds heeft beslist (wel is het verweerschrift als productie bij de memorie van antwoord in deze zaak overgelegd).