ECLI:NL:GHSHE:2017:4391
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- F. van Es
- F.P.E. Wiemans
- J. Huurman-van Asten
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep in strafzaak tegen verdachte zonder bekende woon- of verblijfplaats
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 28 april 2017 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een verdachte die geen bekende woon- of verblijfplaats had. De verdachte was geboren in 1946 en had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg, dat op 18 augustus 2016 was gewezen in de strafzaak met parketnummer 96-156088-15. Tijdens de zitting heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die verzocht om de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep.
Het hof heeft geoordeeld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk dient te worden verklaard op grond van artikel 416, tweede lid van het Wetboek van Strafvordering. De verdachte had geen schriftuur met grieven ingediend en had ook geen mondelinge bezwaren tegen het vonnis opgegeven. Het hof was van mening dat er geen aanleiding was om de strafzaak desalniettemin te onderzoeken, gezien de omstandigheden van de zaak.
De beslissing van het hof was dan ook om het door de verdachte ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk te verklaren. Deze uitspraak werd gedaan door de meervoudige kamer voor strafzaken, onder leiding van voorzitter mr. F. van Es, en de raadsheren mr. F.P.E. Wiemans en mr. J. Huurman-van Asten, in aanwezigheid van griffier mr. H. Nieuwendijk. Mr. J. Huurman-van Asten was echter buiten staat om het arrest te ondertekenen.