ECLI:NL:GHSHE:2017:4330

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
10 oktober 2017
Publicatiedatum
10 oktober 2017
Zaaknummer
200.150.287_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verwijzing na Hoge Raad
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deskundigenonderzoek en voorschot in civiele procedure na verwijzing door Hoge Raad

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een hoger beroep na verwijzing door de Hoge Raad. De zaak draait om een deskundigenonderzoek dat noodzakelijk werd geacht na het tussenarrest van 17 januari 2017. De appellante, vertegenwoordigd door mr. L.E.M. Charlier, heeft een verzoek ingediend tot verhoging van het voorschot voor de deskundige, ir. C. Boeckhout, die het onderzoek zou uitvoeren. De deskundige had eerder een voorschot van € 16.758,50 ontvangen, maar gaf aan dat dit bedrag niet toereikend was voor de benodigde werkzaamheden. Hij verzocht om een aanvullend voorschot van € 2.613,60, inclusief BTW.

De appellante stemde in met dit aanvullende voorschot, terwijl de geïntimeerde, vertegenwoordigd door mr. D. Knottenbelt, geen bezwaar had tegen de verhoging, maar wel vroeg om een opgave van de geschatte benodigde tijd van de deskundige. Het hof heeft de verzoeken van de deskundige en de partijen in overweging genomen en oordeelde dat het gevraagde aanvullende voorschot niet onredelijk was. Het hof heeft vervolgens bepaald dat de geïntimeerde het aanvullende voorschot zal overmaken na ontvangst van de nota met betaalinstructies.

De uitspraak van het hof bevatte ook bepalingen over de voortzetting van het onderzoek door de deskundige en de rol van de zaak in afwachting van het deskundigenbericht. Het hof heeft de zaak verwezen naar de rol van 28 november 2017 voor verdere behandeling na ontvangst van het deskundigenbericht. Deze uitspraak is gedaan door de rechters M. van Ham, J.P. de Haan en I. Giesen en openbaar uitgesproken op 10 oktober 2017.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
Afdeling civiel recht
zaaknummer 200.150.287/01
arrest van 10 oktober 2017
in de zaak van
[appellante],
wonende te [woonplaats] ,
appellante,
hierna aan te duiden als [appellante] ,
advocaat: mr. L.E.M. Charlier te Amsterdam,
tegen
[geïntimeerde] ,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
geïntimeerde,
hierna aan te duiden als [geïntimeerde] ,
advocaat: mr. D. Knottenbelt te Rotterdam.

19.Het geding verder

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenarrest van 17 januari 2017.
- het verzoek tot verhoging van het voorschot van de deskundige per mailbericht van
6 september 2017 van € 2.613,60 (inclusief BTW);
- de reactie van [appellante] per brief van 14 september 2017;
- de reactie van [geïntimeerde] per brief van 19 september 2017;
- de reactie van [appellante] daarop per brief van 19 september 2017;
- de reactie van de deskundige per mailbericht van 25 september 2017.
Vervolgens heeft het hof een datum voor arrest bepaald.

20.De verdere beoordeling

Bij voornoemd tussenarrest heeft het hof bepaald dat een deskundigenonderzoek zal worden verricht door de heer ir. C. Boeckhout. Verder is bepaald dat het voorschot van
€ 16.758,50 (inclusief BTW) door [geïntimeerde] zal worden overgemaakt.
De termijn van inzending van het deskundigenbericht is vervolgens bepaald op 16 mei 2017. Iedere verdere beslissing is vervolgens aangehouden.
[geïntimeerde] heeft op 26 januari 2017 het voorschot van € 16.758,50 op de aangegeven wijze voldaan.
Op 21 maart 2017 heeft de deskundige uitstel gevraagd tot inlevering van het rapport. Het hof heeft uitstel verleend tot 20 september 2017.
De deskundige heeft per mailbericht van 6 september 2017 aan de griffier van het hof bericht dat het reeds in depot gestelde voorschot van € 16.758,50 niet toereikend zal zijn voor reactie op het commentaar van partijen op het concept-deskundigenrapport. Hij verzoekt daarom een aanvullend voorschot van € 2.613,60 (inclusief BTW).
Per brief van 7 september 2017 heeft de griffier het verzoek van de deskundige doorgezonden aan de advocaten van partijen en partijen in de gelegenheid gesteld tot uiterlijk 21 september 2017 te reageren op het verzoek tot verhoging van het voorschot.
[appellante] heeft per brief van 14 september 2017 aangegeven akkoord te gaan met het aanvullend voorschot van de deskundige.
[geïntimeerde] heeft per brief van 19 september 2017 aangegeven geen bezwaar te hebben tegen het verstrekken van het aanvullend voorschot, maar wel graag voorafgaand aan de daadwerkelijk uit te voeren verrichtingen een opgave met geschatte benodigde (extra) tijd van de deskundige te ontvangen.
[appellante] heeft per brief van 19 september 2017 op de brief van [geïntimeerde] gereageerd.
Per brief van 21 september 2017 heeft de griffier aan de deskundige verzocht een specificatie toe te zenden met de geschatte benodigde (extra) tijd voor het onderzoek, uiterlijk 29 september 2017.
Per mailbericht van 25 september 2017 heeft de deskundige aangegeven dat een nauwkeurige specificatie van de benodigde tijd per vraag niet mogelijk is, maar dat hij naar verwachting 16 uur extra tijd nodig heeft voor reactie op het commentaar, overeenkomend met een bedrag van € 2.613,60 (inclusief BTW).
Het hof komt het gevraagde aanvullende voorschot van € 2.613,60 (inclusief BTW) niet onredelijk en buitenproportioneel over.
Het hof zal beslissen zoals in het dictum is bepaald.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

21.De uitspraak

Het hof:
bepaalt dat voor de kosten van de deskundige een aanvullend voorschot dient te worden voldaan van € 2.613,60 (incl. BTW);
bepaalt dat [geïntimeerde] bovengenoemd bedrag zal overmaken na ontvangst van de nota met betaalinstructies die door het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak zal worden verzonden;
bepaalt dat de deskundige het onderzoek verder zal voortzetten nadat de griffier heeft bericht dat het aanvullend voorschot is ontvangen;
verzoekt de deskundige, indien de kosten het aanvullend voorschot te boven mochten gaan, het hof daarover tijdig in te lichten;
verwijst de zaak naar de rol van 28 november 2017 in afwachting van het deskundigen-bericht;
verstaat dat de zaak na ontvangst van het deskundigenbericht naar de rol wordt verwezen voor memorie na deskundigenbericht aan de zijde van [geïntimeerde] ;
bepaalt dat de griffier van dit hof een afschrift van dit arrest aan de deskundigen zal toezenden;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. M. van Ham, J.P. de Haan, en I. Giesen en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 10 oktober 2017.
griffier rolraadsheer