ECLI:NL:GHSHE:2017:4290
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake navorderingsaanslagen en aftrek oninbare vordering
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 6 oktober 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant van 3 februari 2016. De belanghebbende, die een onderneming drijft, was in geschil met de Inspecteur van de Belastingdienst over verschillende navorderingsaanslagen en de aftrek van een oninbare vordering. De belanghebbende had een vordering van € 56.350 op [E] B.V. en stelde dat dit bedrag in mindering moest komen op zijn inkomen van 2011 of mogelijk een ander jaar. De Inspecteur betwistte deze aftrek. Het Hof oordeelde dat de belanghebbende gebonden was aan een eerder gesloten compromis met de Inspecteur, waardoor hij geen recht had op aftrek van het bedrag in een ander jaar dan 2008. Het Hof vernietigde de uitspraak van de Rechtbank enkel voor wat betreft de navorderingsaanslag ZVW 2010, omdat deze ten onrechte niet-ontvankelijk was verklaard. Het Hof verklaarde het hoger beroep van de belanghebbende ongegrond, behalve voor de navorderingsaanslag ZVW 2010, en bepaalde dat het griffierecht aan de belanghebbende moest worden terugbetaald.