Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
5.Het verloop van de procedure
- de memorie van grieven d.d. 26 april 2016 met één productie;
- de memorie van antwoord d.d. 19 juli 2016 met zes producties, genummerd 9 tot en met 14.
6.De beoordeling
bij het maken van een prijsafspraak.In dit geval is echter geen prijsafspraak gemaakt, heeft HRC dus geen keuze gemaakt voor één van beide opties en staat het [Advocaten] ook in dit concrete geval vrij om het ereloon conform artikel 446ter GW te begroten.
- dat tussen partijen geen prijsafspraak is gemaakt;
- dat een begroting op basis van een waardetarief een zeer gebruikelijke wijze van ereloonbegroting is;
- dat het totale belang van de zaak een bedrag betrof van € 3.346,094,=;
- dat bij toepassing van de degressieve percentages op het totale belang van de zaak, zoals gepubliceerd op de website van de Orde van Advocaten, een louter mathematische berekening van het ereloon uitkomt op € 142.583,76;
- dat [Advocaten] in totaal voor de werkzaamheden van [advocaat 1] een bedrag van € 40.000,= aan ereloon in rekening heeft gebracht.
“dat geen enkele titularis van eenzelfde recht, geplaatst in dezelfde omstandigheden, die uitoefeningswijze zou gekozen hebben.”