Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 3532766 / CV EXPL 14-5879)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven met producties;
- de memorie van antwoord met producties;
- het pleidooi, waarbij partijen pleitnotities hebben overgelegd.
3.De beoordeling
Onverkorte toepassing van deze regel brengt weliswaar mee dat in een aantal gevallen een geschil slechts in één feitelijke instantie wordt berecht, maar die gevallen laten zich niet met behulp van een duidelijk en in de praktijk eenvoudig te hanteren criterium onderscheiden. Om die reden dient de hoofdregel steeds toepassing te vinden, met uitzondering van de gevallen waarin de appelrechter een uitspraak in eerste aanleg vernietigt, waarbij de eerste rechter zich onbevoegd heeft verklaard van het geschil kennis te nemen, hetzij wegens het ontbreken van rechtsmacht van de Nederlandse rechter, hetzij op grond van het bepaalde in art. 1022 Rv., hetzij uit hoofde van het onderwerp van het geschil. Daarmee is in de jurisprudentie van de Hoge Raad gelijkgesteld het geval dat in eerste aanleg ten onrechte ontslag van instantie is verleend en waarin de rechter dus eveneens op louter processuele gronden niet aan een inhoudelijke behandeling van de zaak is toegekomen.
- factuur d.d. 29 februari 2012 ad € 2.282,43 voor 76081 clicks (doorverwezen bezoekers)
Volgens [de vennootschap naar Spaans recht] (naar bij gelegenheid van het pleidooi in hoger beroep door haar advocaat op vragen van het hof werd meegedeeld) zijn partijen met ingang van het jaar 2012 overeengekomen dat [Investments] € 0,03 per click zou betalen, met een maximumbedrag van € 2.700,-- per maand, zodat clicks boven de 90.000 gratis waren. De factuur over januari 2012 (productie 13 bij inleidende dagvaarding) voor 92862 clicks ad € 2.700,-- is ook door [Investments] voldaan. Voorts heeft [Investments] in de e-mail correspondentie tussen partijen (productie 6 bij inleidende dagvaarding) betaling van de facturen toegezegd.
Over de maanden november en december 2011 hadden partijen een overeenkomst met een andere inhoud (te weten een vast door [Investments] verschuldigd bedrag) gesloten. Uit de grafieken die [de vennootschap naar Spaans recht] als productie 15 bij conclusie van repliek heeft overgelegd blijkt “het statistische verkeer” per maand, aldus [de vennootschap naar Spaans recht] . Het hof begrijpt dat hiermee bedoeld wordt het aantal doorverwezen bezoekers (clicks).
We zullen uiteraard de facturen betalen”en op 3 oktober 2012 “
We betalen volgende week de facturen”) om daaruit een erkenning van de vordering van [de vennootschap naar Spaans recht] af te kunnen leiden.
Wat betreft het aantal clicks is (nog) evenmin de juistheid van het standpunt van [de vennootschap naar Spaans recht] bewezen. Productie 15 bij conclusie van repliek lijkt uit de interne administratie van [de vennootschap naar Spaans recht] afkomstig te zijn, terwijl [de vennootschap naar Spaans recht] geen feiten stelt over de herkomst c.q. wijze van totstandkoming van de in die productie opgenomen grafieken. Evenmin heeft [de vennootschap naar Spaans recht] hierover bij gelegenheid van het pleidooi in hoger beroep enige opheldering verschaft.