ECLI:NL:GHSHE:2017:4206
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in hoger beroep voor betrokkenheid bij transport van mierenzuur en voorbereidingshandelingen voor productie van amfetamine
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 3 oktober 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Oost-Brabant. De verdachte was eerder vrijgesproken van het onder 2 ten laste gelegde, namelijk het in de handel brengen van gevaarlijke stoffen, en was veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 maanden voor voorbereidingshandelingen voor de productie van amfetamine. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen deze veroordeling.
Het hof heeft vastgesteld dat het hoger beroep onbeperkt was ingesteld, maar dat een verdachte geen hoger beroep kan instellen tegen een vrijspraak. Daarom werd de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep voor het onderdeel dat betrekking had op de vrijspraak. Het hof heeft zich vervolgens gericht op de veroordeling voor de voorbereidingshandelingen en de betrokkenheid van de verdachte bij twee transporten van mierenzuur op 16 en 22 april 2009.
Na onderzoek op de terechtzitting heeft het hof geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij het transport van mierenzuur op 16 april 2009. De verklaringen van de verdachte en zijn medeverdachte werden als niet onaannemelijk beschouwd. Voor het transport op 22 april 2009 kon het hof niet vaststellen dat de verdachte op de hoogte was van de mogelijke illegale bestemming van het mierenzuur. Het hof oordeelde dat er onvoldoende wettige bewijsmiddelen waren om de verdachte te veroordelen voor het ten laste gelegde feit, en sprak hem vrij van de beschuldigingen.